San Francisco, Californië (VS) – Amerikaanse neurologen ontdekken besmettelijke prionen in muizenspieren. Vooralsnog geen rede tot paniek.


Besmettelijke prionen, de veroorzakers van de gekke-koeienziekte bij runderen, de ziekte van Creutzfeldt-Jacob bij de mens en de schapenziekte scrapie, komen in het spierweefsel van muizen voor. Dat melden de neuroloog prof Stanley Prusiner, die de Nobelprijs voor zijn studie naar prionen kreeg, en zijn collega's van de universiteit van Californië, San Francisco in het tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences. Totnogtoe werden die prionen bij muizen alleen in hersen- en lymfeweefsel gevonden.
Prionen zijn normale eiwitten aanwezig op het oppervlak van cellen in het hele lichaam. Wat hun functie precies is weet men niet. Besmettelijke prionen ontstaan wanneer normale prionen, om nog onbekende reden, zich verkeerd vouwen. Deze abnormale prionen vormen klompjes in de hersenen en maken zelf dodelijke gaatjes in de hersenstructuur.
Sinds januari 2001 worden in Nederland runderen ouder dan dertig maanden getest op de gekke-koeienziekte. Dierenartsen testen de koeienhersenstam op aanwezigheid van kwaadaardige prionen. Blijken ze daarin te zitten, dan moet de veearts de koe vernietigen.
Om te onderzoeken of prionen zich afzonderlijk vermeerderen in spierweefsel ontwierp Prusiner en zijn collega's een veel nauwkeurigere test. Hij gebruikte muizen die normale prionen alleen in spieren en nergens anders in het lichaam maakten. Spoten de onderzoekers ziekmakende prionen in die muizen, dan verspreidde de prioninfectie zich enkel in de achterpootspieren. Hoe dat kan, kunnen de neurologen nog niet verklaren.
Het aantal besmette prionen in muizenspieren ligt, met een miljoen per gram vlees, duizend keer lager dan in muizenhersenen. In een koeiensituatie is dit nog steeds een hoge prionconcentratie als je je bedenkt dat mensen tientallen kilo's vlees per jaar eten. Vooralsnog is alleen duidelijk dát spierprionen besmet raken. Of muizenprionen via voedselinname ook besmet raken, blijft onduidelijk.
Prusiner deed een voorstel aan het Centraal Instituut voor Dierziekte Controle-Lelystad om over twee maanden te starten met het testen van Nederlandse koeien met hun gevoelige methode. Of prionen ook in koeienvlees zitten en of de duizend maal lagere hoeveelheid spierprionen ook besmettelijk is, blijft de vraag. Een woordvoerder van CIDC-Lelystad merkt nuchter op: “Als dierenartsen al besmettelijke prionen in koeienvlees vinden, treffen ze de deeltjes in grote hoeveelheid al eerder in hersenweefsel aan. De koeien worden dan toch al gedood.”

Frédérique Melman