• Deelname aan de Nationale Wetenschapsquiz (Senior en Junior) kon tot maandag 17 december 2007, 12.00 uur.

    De 9 vragen

    Vraag 1: Hoe drinken giraffen zonder dat water hun neus uit loopt?















    A. Ze nemen een slok water en komen omhoog om het water in hun slokdarm te laten lopen.
    B. Ze drinken net als dieren met kortere nekken, zoals paarden en zebra's.
    C. Ze sluiten hun neusgaten.


    Vraag 2: Waarom zien we in wit licht een mengsel van gele en blauwe verf als groen?









    &mmp;lt;TD vAlign=top width=”5%”>





    A. Het verfmengsel kaatst groene lichtdeeltjes terug.
    B. Het verfmengsel filtert alle kleuren licht weg behalve groen.
    C. Ons oog kan na menging het verschil tussen geel en blauw niet meer zien.


    Vraag 3: Waarom daal je op lange ski's sneller een berg af dan op korte?















    A. Op lange ski's zak je minder diep weg dan op korte ski's.
    B. Lange ski's zijn zwaarder dan korte ski's.
    C. Lange ski's zijn holler dan korte ski's.


    Vraag 4: Hoe komt het dat een ouderwets televisiescherm verkleurt als je er een magneet bij houdt?















    A. De magneet buigt elektrische deeltjes in de beeldbuis af.
    B. De magneet buigt fluoreiscerende deeltjes in het beeldscherm af.
    C. De magneet verandert de golflengte van het uitgezonden licht.


    Vraag 5: Je hebt twee blikjes cola, waarvan het etiket is afgeplakt. Het ene bevat light, en het andere gewone cola. Hoe ontdek je in welk blikje de light cola zit?















    A. Door de blikjes ongeopend in een bak water te leggen.
    B. Door een roestige spijker in de blikjes te hangen.
    C. Door zand in de blikjes te strooien.


    Vraag 6: Waarom doet het pijn als je plat op je buik in het zwembad valt?















    A. In je buik zitten de meeste zenuwen.
    B. Je zenuwen zijn extra gevoelig als je er recht op drukt.
    C. Water gaat slecht opzij als je er plat op valt.


    Vraag 7: Klinkt een draaiorgel op een koude winterdag hoger of lager dan op een warme zomerdag?















    A. Hoger.
    B. Lager.
    C. Een draaiorgel klinkt altijd hetzelfde, ongeacht de weersomstandigheden.


    Vraag 8: Wat gebeurt er als je een bak snoepspekjes onder een glazen stolp zet en de lucht onder de stolp weg zuigt?















    A. De spekjes worden slap.
    B. De spekjes worden groter.
    C. De spekjes worden kleiner.


    Vraag 9: Waarom krijg je hoofdpijn als je te snel een ijsje eet?















    A. Je hersenen krimpen door de kou en slaan tegen je schedel.
    B. Je hersenen warmen te snel op.
    C. De bloedvaten in je hoofd verkrampen door de kou.