De meteorietinslag die de dinosauriërs de das omdeed vond tegelijkertijd plaats met grote inslagen op de maan. Dat stellen onderzoekers aan de hand van microscopische glasbolletjes van miljoenen jaren oud die ze vonden in monsters van het maanoppervlak, verzameld tijdens de Chinese Chang’e-5-maanmissie.

66 miljoen jaar geleden vond een reeks meteorietinslagen tegelijkertijd plaats op zowel de maan als aarde, blijkt uit de analyse van de glasbolletjes gepubliceerd in het vakblad Science Advances. De Chinese Chang’e-5-missie bracht twee jaar geleden meer dan een kilo maangrond en -stenen terug naar aarde, waarin onderzoekers van het Instituut voor Geologie in Beijing, China, kleine glasbolletjes ontdekten die waren ontstaan bij inslagen op de maan.

Die glasbolletjes, stukjes gesmolten en gestold gesteente afkomstig van de meteorieten, kwamen rondom de kraters terecht, tot wel 100 kilometer van de inslag. In de bodemmonsters vonden de onderzoekers er in totaal 215, niet groter dan 0,2 millimeter. Door het gesteente te analyseren kunnen ze zien hoe en wanneer het maanglas was gestold, en dus ook bij welke krater en inslag het hoort.

Er is meer onderzoek nodig naar het effect van ruimtevaart op het brein
LEES OOK

Er is meer onderzoek nodig naar het effect van ruimtevaart op het brein

Om veilig te ruimtereizen, moeten we in beeld krijgen hoe een leven zonder aardse zwaartekracht de hersenen beïnvloedt, stelt Elisa Raffaella Ferrè.

Een aantal van de glazen bolletjes blijkt precies ontstaan in de periode waarin de Chicxulub-krater ontstond. Deze krater in Mexico wordt gezien als het spoor van de meteoriet die de dinosauriërs van de planeet vaagde, zo’n 66 miljoen jaar geleden.

Kleinere meteorieten

De Chicxulub-inslag van 66 miljoen jaar geleden, die dus ook gepaard ging met inslagen op de maan, zou ook nog eens meerdere kleine inslagen met zich mee kunnen hebben gebracht op aarde, volgens de onderzoekers. De overeenkomst tussen de inslagen op de maan en op de aarde zou kunnen duiden op periodes waarin niet enkele, maar hele groepen ruimterotsen in het zonnestelsel onstabiel werden en in een baan terechtkwamen waarin ze afkoersten op de maan of de aarde. Hoe dit kan zijn gekomen is nog niet bekend.

Geleidelijke inlagen

Inmiddels hebben de aarde en andere planeten een groot deel geruimd van de ruimterotsen op hun pad, die ontstonden bij de vorming van ons zonnestelsel. 4,5 miljard jaar lang opruimen leidde tot vele inslagen, maar wanneer deze precies plaatsvonden, is nog onduidelijk. Op onze planeet zijn nog maar weinig kraters over vanwege onder andere erosie. Daarom kan de maan met haar vele kraters uitkomst bieden.

Toekomstige inslagen

Met deze glazen bolletjes brengen de onderzoekers het verleden in kaart, waarbij ze ook een blik op de toekomst werpen: ‘Voorgaande onderzoeken lieten zien dat de verdeling van deze bolletjes door de tijd onevenredig is. In sommige periodes zijn er enorm veel, en andere periodes weer bijna geen. Het kan ook zijn dat de aarde in het verleden periodes met meer inslagen had dan normaal, wat ook in de toekomst nog mogelijk is’, schrijven de onderzoekers in een persbericht.

De onderzoekers treden daarover in het artikel niet in detail, maar bespreken wel uitgebreid de consequenties ervan: ‘Als dit klopt, zou de verdeling van inslagen op de maan over de tijd heen meer waardevolle informatie kunnen geven over de inslagen op aarde’, zegt Katarina Miljkovic, co-auteur en universitair hoofddocent planetaire wetenschappen aan de Curtin-universiteit.

Stephen Mojzsis, emeritus hoogleraar geologie aan de Universiteit van Colorado in de VS en divisievoorzitter bij de European Geosciences Union, niet betrokken bij dit onderzoek, noemt het sterk wetenschappelijk werk dat ook aanspoort om al het andere maanmateriaal dat we hebben opnieuw te bekijken: ‘In het verleden hebben onderzoekers vooral gekeken naar maanglas van het Apolloprogramma. Maar het maanglas dat ze nu hebben gevonden is afkomstig van een ander deel van de maan, wat als het ware een heel nieuw hoofdstuk openslaat in de geschiedenis.’