HOUSTON (VS) – In een achthonderd gram wegende meteoriet vonden NASA-wetenschappers een waterdruppel van 4,5 miljard jaar oud.


Vorig jaar kwam een achthonderd gram wegende meteoriet in Texas terecht. Bij het openhakken van de hemelsteen glinsterden tot drie millimeter grote zoutkristallen de geleerden tegemoet. Voor de eerste keer waren met het blote oog zichtbare halietkristallen (keukenzout) in een meteoriet aangetroffen. Nog verrassender was de aanwezigheid van een vloeibare substantie, ingesloten door de kristallen. De vondst van het 4,5 miljard jaar oude water vormde een ware primeur.

Het meteorietenvocht bestaat uit een verzadigde oplossing van voornamelijk natriumchloride- en kaliumchloridezouten, maar bevat ook kationen als ijzer, magnesium en calcium. Twintig procent van de vloeistof vormt een primaire insluiting; het werd tijdens de groei van het kristal ingesloten. Tachtig procent van de vloeistof drong het al gevormde kristal binnen, waarna het breukvlak vervolgens dichtgroeide (secundaire insluiting).

Natte oernevel
Door radioactieve ouderdomsbepaling is het haliet op 4,5 miljard jaar gedateerd. Het heeft zich dus vrij snel na het ontstaan van het Zonnestelsel afgezet. In de oernevel rond de zich nog ontwikkelende Zon groeiden grote steenbrokken, asteroïden. Het zout is gekristalliseerd op een asteroïde, waar later de meteoriet van af zou breken door een ruimtebotsing.





Een slijpplaatje van een meteoriet



Op of in de asteroïde moet water zijn geweest waaruit het haliet kon kristalliseren. Het kleine aantal gasbellen in de vloeistofinsluitsels wijst erop dat de kristallisatie bij lage temperatuur en druk plaatsvond. De secundaire insluitingen verraden dat er ook na de halietvorming water aanwezig was. Een mogelijke verklaring is dat er in het jonge Zonnestelsel meerdere perioden van aquatische activiteit voorkwamen. Een andere mogelijkheid is dat het latere water door een botsing met een ijskomeet op de meteoriet terechtkwam.

Het is al langer bekend dat vloeibaar water een rol heeft gespeeld in de vroegste geschiedenis van asteroïden. Sommige meteorieten dragen gehydrateerde mineralen met zich mee die niet rechtstreeks uit de oernevel zijn gevormd. Ook zijn er meteorieten gevonden waar calciumcarbonaat (calciet) en sulfaatmineralen de barstjes opvullen. Deze stoffen moeten zijn neergeslagen uit een oplossing. Het 4,5 miljard jaar oude water vormt echter het eerste directe bewijs van de natte geboorte van ons Zonnestelsel.

Gijs van Hengstum