Diemen (NL) – Een ozonmeetinstrument van Nederlands/Finse makelij meet vanaf 2004 de conditie van de ozonlaag en de hoeveelheid vervuiling in de atmosfeer.


Bij de NASA is het dit jaar al vroeg Sinterklaas. Binnenkort ontvangt het Amerikaanse ruimtevaartagentschap de OMI (Ozone Monitoring Instrument), een ozonmeetinstrument dat door Nederland en Finland samen is ontwikkeld. Van de Nederlandse kant hebben het KNMI, het NIVR (Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart), TNO TPD en Dutch Space een bijdrage geleverd aan het kadootje voor de NASA.

OMI klaar voor aflevering

Begin 2004 moet OMI gelanceerd worden met de Amerikaanse EOS AURA satelliet. Deze satelliet gaat met verschillende meetinstrumenten de aardatmosfeer bestuderen, om zo uitspraken te kunnen doen over de conditie van de ozonlaag, klimaatsveranderingen en de luchtkwaliteit.
OMI kijkt naar de terugkaatsing van zonlicht op de aardatmosfeer. Uit de intensiteit en de golflengte van het gereflecteerde licht krijgen klimaatdeskundigen, meteorologen en atmosfeerchemici een indicatie van de hoeveelheid ozon en de aërosoldeeltjes – rook, stof of sulfaten – in de verschillende lagen van de atmosfeer. Binnen één dag – dat is veertien omwentelingen van de satelliet – kan het instrument data van de hele aarde verwerven. Hierdoor kunnen onderzoekers veranderingen snel opmerken.
OMI begint te meten in een periode waarin de eerste tekenen van herstel van de ozonlaag wordt verwacht. De meetresultaten geven weer of de maatregelen om het gebruik van schadelijke stoffen die de ozonlaag aantasten terug te dringen, inderdaad het gewenste effect hebben gehad.

Sonja Jacobs

meer informatie over de missie: http://eos-chem.gsfc.nasa.gov/