Wageningen (NL) – Een nieuw ontwikkeld model geeft een objectief rapportcijfer voor het welzijn van varkens. Dat kan van pas komen als na de mond- en klauwzeercrisis de veeteelt zich gaat herstellen.


Onderzoekers van het Wageningse IMAG ontwikkelden in een project van het NWO-Prioriteitsprogramma 'Grenzen aan welzijn en dierlijke productie' een model waarmee ze het welzijn van varkens met een rapportcijfer kunnen uitdrukken.
Het nieuwe model berekent de score voor het welzijn van dieren uit gegevens over de huisvesting, zoals verblijfsruimte en groepsgrootte, en gegevens over het management van de varkens. In het onderzoek, begeleid door de Technologie-stichting STW en medegefinancierd door de Dierenbescherming, zochten de onderzoekers het best mogelijke antwoord op de vraag hoe de welzijnstatus van de dieren in een wetenschappelijk verantwoorde score is uit te drukken. Zij gingen daarbij uit van de bevrediging en frustratie van biologische behoeften van de dieren (voer en water), sociaal contact tussen de varkens, rust in de stal, lichaamsbeweging en -verzorging (het nemen van een modderbad) en de mogelijkheid om te scharrelen en te wroeten. Hoe beter deze voorzieningen en omstandigheden, hoe hoger de score op de welzijnsschaal van 0 tot 10 uitvalt.
Per behoefte beïnvloeden verschillende factoren het welzijn. Zo heb je bij de behoefte aan beweging de factor ‘ruimte per hok’. Gebrek aan ruimte kan tot verhoogde agressie tussen de varkens leiden, mogelijk omdat van nature hun leefgebied zich over vele hectaren uitstrekt. Op basis van dergelijke wetenschappelijke kennis wogen de onderzoekers het belang van de attributen voor het welzijn van de dieren in het model.

Rapportcijfer
Klopten de resultaten van het model met de ervaringen van deskundigen? Om dat te testen, lieten de onderzoekers welzijnsdeskundigen een rapportcijfer geven voor een aantal management- en huisvestingssystemen voor dragende zeugen. Ze vergeleken de scores van de deskundigen met de scores uit het model. Het bleek dat het model het welzijn van dieren net zo goed beoordeelt als een gemiddelde deskundige.
Het welzijnsmodel vormt een geschikte beoordeling van bestaande stallen, maar komt ook van pas bij het ontwerpen van nieuwe huisvestings- en managementsystemen. De uitkomsten van dit project geven aan dat voor werkelijke verbeteringen in dierenwelzijn veelal ook substantiële verbeteringen in huisvesting en management nodig zijn.

Erick Vermeulen