Ooit jaagden gigantische sabeltandansjovissen op andere vissen in de zee. Ze waren mogelijk geëvolueerd doordat de planetoïde die de dinosaurussen doodde ook ’s werelds grootste waterroofdieren vermorzelde. Dit gaf de reuzeansjovissen de mogelijkheid om hun plaats in te nemen.
Paleontoloog Alessio Capobianco van de Universiteit van Michigan en zijn collega’s bestudeerden twee gefossiliseerde vissen die 55 miljoen jaar geleden leefden. Dit deden ze met micro-computertomografie, een techniek vergelijkbaar met de CAT-scan die je kunt krijgen in het ziekenhuis. Hierdoor konden ze de fossielen in meer detail bekijken dan ooit tevoren.
Nieuwe technologie onthult het verborgen leven van dinosauriërs
Van migrerende planteneters tot toegewijde ouders: paleontologen ontrafelen stukje bij beetje het gedrag van dinosauriërs.
Ze zagen dat beide fossielen – één gevonden in België en het andere in Pakistan – veel eigenschappen hadden die vergelijkbaar zijn met die van moderne ansjovissen. Er waren echter twee verrassende verschillen: allebei de gefossiliseerde schedels hadden een gebit dat leek op dat van carnivoren met één lange sabeltand aan de voorkant van de mond. Daarnaast waren de fossielen veel groter dan moderne ansjovissen: het ene was bijna een halve meter lang, het andere een volle meter.
Moderne ansjovissen hebben kleine tandjes die ze vooral gebruiken om plankton te eten. Deze vroege ansjovissen jaagden waarschijnlijk op andere vissen. Ze gebruikten de sabeltand misschien om andere vissen in zijn mond gevangen te nemen of om in prooien te steken.
Andere smaak
Capobianco zegt dat de ansjovissen misschien roofvissen zijn geworden omdat de massa-extinctie die ongeveer 10 miljoen jaar eerder plaatsvond alle grote roofvissen had gedood. ‘Na de massa-extinctie leefden er veel vissen naast elkaar, zonder een hiërarchie in predatoren en prooien’, zegt hij. ‘Dit waren zowel hele bekende vissen als vreemde uitschotten: bizarre evolutionaire experimenten.’
Achterhalen hoe het mariene leven is geëvolueerd en aangepast rond deze periode, helpt ons te begrijpen hoe evolutionaire processen na een massa-extinctie verlopen.
Het is nog niet duidelijk waarom deze rare ansjovissen het niet tot vandaag hebben gehaald. Als dat ze wel was gelukt, zouden ze in elk geval niet lijken op de ansjovissen die we nu kennen en eten. ‘Ik zou graag willen weten hoe sabeltandansjovissen smaken – ze zouden waarschijnlijk anders smaken omdat ze in plaats van plankton andere vissen eten’, zegt Capobianco.