Sauropoden waren enorme dinosauriërs die vier sterke, pilaarachtige poten nodig hadden om hun lichamen te ondersteunen. Dat maakt een vondst in Texas extra vreemd. Fossiele voetafdrukken van sauropoden, aangetroffen in 2007, wijzen erop dat deze joekels alleen op hun twee voorpoten liepen.
Het is niet voor het eerst dat zulke ‘voorpootsporen’ van sauropoden zijn gevonden. Wel zijn ze zeldzaam, zegt geoloog James Farlow van de Purdue-universiteit Fort Wayne in Indiana.
Farlow en collega’s analyseerden zestig voetafdrukken, schijnbaar achtergelaten door sauropoden die op twee poten liepen, in een steengroeve bij de Texaanse stad Austin, en publiceerden hun onderzoek in het wetenschappelijke tijdschrift Ichnos. De rotsen waarin de fossielen werden aangetroffen, zijn bij benadering 110 miljoen jaar oud.
Mieren zijn magnifieke navigators
Mieren zijn in staat tot verbazingwekkende navigatieprestaties. Misschien kan waardering hiervoor helpen om deze insectensoorten te behouden.
Enorm beest
Bekend is dat drie soorten sauropoden in het betreffende gebied voorkwamen: Sauroposeidon, Astrophocaudia en Cedarosaurus. In theorie zou een van die drie de maker van de sporen kunnen zijn geweest.
Sommige van de voetafdrukken zijn wel 70 centimeter breed. Het is lastig om het formaat van een hele dinosaurus te bepalen op basis van zijn voetafdrukken, maar volgens schattingen zouden ze tussen 15 en 78 ton moeten hebben gewogen en minstens 25 meter lang moeten zijn geweest. Zo’n enorm beest kan onmogelijk op twee poten hebben gelopen, zegt Farlow.
Zwaartepunt
De meest voor de hand liggende oplossing is volgens Farlow dat het zwaartepunt van de dinosaurussen dichter bij de voor- dan bij de achterkant van hun lichaam lag. Als zulke dieren over relatief stevige grond zou lopen, is het mogelijk dat hun voorpoten een afdruk zouden achterlaten en hun achterpoten niet.
Er zijn echter ook veel ‘vierpotige’ sporen van sauropoden gevonden in Texas. En bij die sporen zijn de afdrukken van de achterpoten even diep als of dieper dan die van de voorpoten, zegt Farlow.
Schouderdiep water
Ook is er een vreemde, brede spreiding tussen de linker- en de rechterafdrukken, alsof de dinosaurus zijn poten uit elkaar hield. Een mogelijkheid is dat de ‘tweepotige’ afdrukken werden achtergelaten door sauropoden die door schouderdiep water waadden. Daarbij zouden ze dan hun voorpoten hebben gebruikt om zich over de bodem voort te bewegen.
Paleontoloog en evolutionair bioloog Steve Brusatte van de Universiteit van Edinburgh in Schotland zegt dat de verklaring met het zwaartepunt intuïtief het meest voor de hand ligt. ‘Voor zover we weten, waren er geen dinosaurussen die het land volledig verlieten om het water in te gaan, zoals veel reptielen deden tijdens het Mesozoïcum, of zoals walvissen korter geleden deden.’
Evolutionair paleobioloog Paul Barrett van het Londense Natuurhistorisch Museum zegt dat sauropoden mogelijk af en toe het water in gingen, bijvoorbeeld om een rivier over te steken of zelfs om te baden. Maar daarbij zouden ze diep water hebben vermeden, omdat ze geneigd zijn tot omkiepen. ‘De lichamen van deze dieren waren verrassend licht voor hun omvang, vanwege hun grote longen en de vele luchtzakken in hun botten.’
Punterende dino’s
Totdat we meer voetafdrukken en skeletten van sauropoden vinden in Texas, zullen we niet weten hoe de vreemde sporen precies ontstaan zijn. ‘Maar als je mij vraagt wat ik diep van binnen hóóp dat waar is, dan geef ik de voorkeur aan dinosaurussen die door het water punteren’, zegt Farlow. ‘Ik ben een beetje een dwarsligger.’