Leuven (B) – Vijfhonderd leerlingen uit de zesde klas voeren tussen kerst- en krokusvakantie scheikundeproefjes uit en maken zo kennis met de wetenschap.


Chemici van de KU Leuven proberen met een speciaal project interesse voor de natuurwetenschappen te wekken bij leerlingen uit de zesde klas. Uit onderzoek blijkt dat kinderen op twaalfjarige leeftijd bepalen of wetenschappen wel of niet boeiend vinden. Hopelijk werpt het didactische project op termijn zijn vruchten af.
“Wetenschap maakt knap!”, zegt de Vlaamse regering. De overheid is ervan overtuigd dat de jeugd moet worden gemotiveerd voor de wetenschap. De studentenaantallen dalen immers en de studies hebben het imago dat ze moeilijk zijn, terwijl de vraag naar wetenschappers toeneemt. Daarom ondersteunt het actieplan Wetenschapsinformatie en Innovatie van de Vlaamse regering dan ook het Leuvense project “Op bezoek bij Prof. A. Toom”.

De leerlingen fabriceren met koper- en zinkstaafjes en aardappelen een batterij die een lampje doet branden.

Het didactische project in Leuven draait om professor Toom. Leraren bereiden de leerlingen voor, onder meer met een inleidende tekst die betgrippen als atoom en molecuul verklaart. Nadat de leerlingen voldoende kennis hebben vergaard, krijgen ze de kans om gehuld in labjas en uitgerust met veiligheidsbril experimenten uit te voeren in een echt laboratorium. Drie tot vijf leerlingen doen samen een proef, zoals het maken van een batterij met appels en aardappels of het nabootsen van het broeikaseffect. Zelf ‘slijm’ maken ontbreekt uiteraard ook niet. Het project besluit met een antwoord van een chemicus op een wetenschappelijke vraag die de leerlingen zelf hebben bedacht. Dergelijke vragen variëren van “waarom is zeewater zout?” tot “hoe werkt het lichtgevende kransje dat je op de kermis kan kopen?”.
De organisatoren merken duidelijk dat leerlingen en leraren enthousiast zijn over het project en hopen dat ze het project volgend jaar kunnen voortzetten. Uiteraard is dan een nieuwe lichting wetenschappers-in-de-dop aan de beurt.

Erick Vermeulen