Wetenschappers van de Vrije Universiteit Amsterdam ontdekten dat mensen met een hoog IQ grotere hersencellen hebben. Mogelijk kan deze ontdekking leiden tot nieuwe manieren om onze intelligentie te verbeteren.

Mensen met een hoog IQ hebben dit mogelijk te danken aan hun hersencellen.

Wat maakt sommige mensen slimmer dan andere? Het zou weleens aan de individuele hersencellen kunnen liggen – hoe groter en sneller die zijn, hoe hoger je IQ is. Als die conclusie standhoudt, kan dit inzicht leiden tot nieuwe manieren om mensen slimmer te maken.

Het meeste onderzoek naar intelligentie richt zich op hersengebieden die te maken hebben met bepaalde vaardigheden – zoals geheugen, taal of sociale vaardigheden. Ook wijzen veel studies naar de honderden genen die elk een minibeetje invloed hebben op je IQ.

‘Depressie zit niet alleen in het hoofd, maar in het hele lichaam’
LEES OOK

‘Depressie zit niet alleen in het hoofd, maar in het hele lichaam’

Psychiatrisch epidemioloog Brenda Penninx onderzoekt het verband tussen mentale en lichamelijke gezondheid.

Om net dat stapje verder te gaan en ook de hersencellen zelf te bestuderen, verzamelden Natalia Goriounova van de Vrije Universiteit Amsterdam en haar collega’s hersenweefsel van 35 mensen die een hersenoperatie moesten ondergaan. Vlak voor de operatie deden de patiënten een IQ-test. Terwijl ze onder het mes lagen, verwijderden de onderzoekers kleine stukjes van gezond hersenweefsel. Dat hielden ze in leven om testjes op te doen.

De stukjes weefsel kwamen allemaal van de temporale kwab, een hersengebied aan de zijkant van je brein, net boven je oren. Deze kwab is onder andere betrokken bij geheugen, taal en het herkennen van dingen die je ziet, allemaal zaken die een grote rol spelen bij intelligentie.

Groter is beter

Onderzoek aan de weefsels liet zien dat de hersencellen van mensen met hoge IQ-scores significant groter zijn. Die grotere cellen hebben ook meer en langere dendrieten – de vertakte uitlopers die de hersencellen met elkaar verbinden. Dat suggereert dat de neuronen meer informatie kunnen ontvangen en verwerken dan hun kleinere collega’s in minder slimme individuen.

De connecties tussen neuronen spelen waarschijnlijk ook een rol in het opslaan van herinneringen. Het lijkt er dus op dat de grotere cellen meer ‘geheugenruimte’ hebben, zegt het team.

‘We weten dat er een link is tussen hersengrootte en intelligentie. Dit onderzoek bevestigt dat en weet het terug te brengen tot de individuele neuronen’, zegt Christof Koch van het Allen Institute for Brain Science in Seattle. ‘Het is een prachtige studie.’

Controversieel

De onderzoekers testten ook het vermogen van neuronen om elektrische signaaltjes door te geven. Ze leidden een stroompje door de neuronen waarbij ze geleidelijk de frequentie opvoerden. Neuronen van mensen met een laag IQ deden het prima bij lage frequenties, maar raakten overbelast en werden langzamer naarmate de frequentie steeg. Bij cellen van mensen met een hoog IQ gebeurde dat niet.

Met computermodellen die de hersencelactiviteit simuleerden, wisten de wetenschappers te voorspellen dat de neuronen van mensen met een laag IQ over het algemeen langzamer signalen verzenden. Dat past bij de observatie dat mensen met een hoog IQ een snellere reactietijd hebben.

Ongeveer een kwart van de IQ-verschillen kan verklaard worden door de eigenschappen van de hersencellen, zegt Koch. Voor genen is dat maar ongeveer 3 tot 7 procent.

De studie levert het eerste bewijs dat menselijke intelligentie bepaald kan worden door de eigenschappen van individuele hersencellen – vermoedelijk een controversieel resultaat, zegt Koch. ‘Sommige mensen zullen zeggen dat intelligentie zo ongrijpbaar en complex is, dat het een erg onwaarschijnlijk idee is dat individuele cellen daar iets mee te maken hebben.’

Brein in beeld
LEESTIP Meer lezen (en kijken!) over het meest fascinerende orgaan van ons lichaam. Nu van €42,50 voor maar € 7,50 Bestel in onze webshop

Uitzonderlijke wetenschap

Het blijft wel onduidelijk waarom sommige mensen grotere hersencellen hebben dan andere, en of een hoog IQ hier de oorzaak of het gevolg van is.

‘We weten niet of de verschillen het resultaat zijn van ervaringen, of dat ze biologisch bepaald worden’, zegt Wendy Johnson van de University of Edingburgh, Verenigd Koninkrijk. Om een duidelijke link te vinden tussen de eigenschappen van hersencellen en intelligentie zou je duizenden stukjes breinweefsel moeten bekijken – niet alleen die van de 35 proefpersonen.

Maar levend hersenweefsel onderzoeken is erg lastig, dus dit is wel het beste waar je op kunt hopen, zegt Koch. ‘Als je menselijk weefsel wil bestuderen, zijn je enige andere opties geaborteerde foetussen of hersenen van overleden personen.’

‘Wat ze hier gepresteerd hebben, is bijzonder goede neurowetenschap’, zegt Richard Haier van de Universiteit van California, Irvine. ‘We staan hiermee aan de start van onderzoek naar intelligentie per neuron of per circuit.’ Hij vraagt zich af of verschillen tussen cellen in verschillende gebieden in het brein ook kunnen verklaren waarom sommige individuen bepaalde aspecten die samenhangen met intelligentie heel goed beheersen, maar andere aspecten juist niet.

‘Dit onderzoek zou kunnen leiden tot op neurowetenschap gebaseerde manieren om menselijke intelligentie aan te scherpen – mogelijk zelfs aanzienlijk’, zegt Haier. ‘We kunnen misschien zelfs verstandelijke handicaps genezen of voorkomen.’

Mis niet langer het laatste wetenschapsnieuws en meld je nu gratis aan voor de nieuwsbrief van New Scientist.

Lees verder: