Psychologen hebben de mogelijke oorzaak gevonden achter de vermoedelijke mondiale negatieve trend in IQ-testscores: de vergrijzing.
Psychologen van King’s College London hebben ontdekt dat in de afgelopen vijf decennia wereldwijd subtiele veranderingen zijn opgetreden in IQ-testscores. Terwijl testscores gerelateerd met ons kortetermijngeheugen zijn gestegen, zijn scores met betrekking tot ons werkgeheugen juist afgenomen. Het onderzoeksteam, dat onder leiding stond van neuropsycholoog Robin Morris, kwam tot die conclusie na de analyse van 1750 verschillende typen IQ-tests, afgenomen tussen 1972 en nu.
Het werkgeheugen is de tijdelijke opslagplaats van ‘taakrelevante’ informatie, informatie die we nodig hebben tijdens het trekken van conclusies en het nemen van besluiten. In tegenstelling tot het kortetermijngeheugen is het een gebied waarin we informatie niet alleen kunnen opslaan, maar ook kunnen manipuleren. Deze vorm van intelligentie lijkt nu dus verantwoordelijk te zijn voor de waargenomen daling in algehele IQ-testscores sinds de jaren zeventig.
Het darmmicrobioom en chronische ziekten
Het microbioom wordt in verband gebracht met ziekten zoals alzheimer, diabetes en het chronischevermoeidheidssyndroom.
Behalve de wijzigingen in IQ-testscores ontdekte het onderzoeksteam nog een andere trend. In de afgelopen decennia is het percentage 60-plussers onder de testdeelnemers gegroeid. Het is bekend dat ons werkgeheugen afneemt naarmate we ouder worden, terwijl het kortetermijngeheugen meestal onveranderd blijft. De onderzoekers concluderen daarom dat 60-plussers mogelijk verantwoordelijk zijn voor de daling van IQ-testscores.
Vruchtbaarheidshypothese
Die hypothese van Morris en zijn collega’s biedt een alternatief voor de zogenoemde vruchtbaarheidshypothese. Volgens die hypothese heeft de daling van IQ-testscores ermee te maken dat hoogopgeleide mensen in westerse landen voor minder kinderen kiezen dan andere bevolkingslagen, waardoor onze intelligentie gemiddeld genomen afneemt.
‘Het idee dat de vergrijzing een rol speelt is interessant en een fris tegengeluid voor de vaak gehoorde maar empirisch weinig onderbouwde vruchtbaarheidshypothese’, zegt cognitief psycholoog Jakob Pietschnig van de universiteit van Wenen. ‘Het is een originele hypothese die ook nog eens heel aannemelijk klinkt.’
Pietschnig zegt dat aanvullende analyses meer duidelijkheid zouden kunnen verschaffen. Die analyses zouden zich moeten richten op onderdelen van intelligentie waarvan een negatieve relatie met leeftijd onomstotelijk vaststaat, zoals verwerkingstijd en reactiesnelheid.
In het duister
Het idee dat gemiddelde IQ-testscores in de afgelopen decennia zijn gedaald, werd voor het eerst geopperd in 2004. ‘De daling is ongeveer zeven tot tien IQ-testpunten per eeuw’, zegt sociobioloog Michael Woodley van de Vrije Universiteit Brussel.
Niet iedereen is echter overtuigd dat een dergelijke daling inderdaad bestaat. Psycholoog Stuart Ritchie van de universiteit van Edinburgh is een van de sceptici. ‘Dit idee is speculatief en is gebaseerd op niet meer dan een handjevol wetenschappelijke artikelen. De conclusies zijn voorbarig.’
Het verschil van inzicht heeft deels te maken met de aard van de gegevens. ‘De datasets zijn op zijn best fragmentarisch te noemen’, zegt Ritchie. ‘Daardoor tasten we in het duister als het gaat om historische trends in IQ-testscores.’
Een andere complicatie is dat IQ-testen over de jaren zijn veranderd en dat je de testscores daarom niet een op een met elkaar kunt vergelijken. Het was om die reden dat Morris en zijn collega’s besloten om de historische testscores op te delen in verschillende componentcategorieën: het stelde ze in staat om een zinvollere vergelijking tussen historische IQ-testen te maken.
Flynn-effect
Waar geen discussie over bestaat is dat tot de jaren zeventig de gemiddelde IQ-testscores in westerse landen stegen op een gestage en voorspelbare manier – met ongeveer drie punten per decennium. De vermoedelijke oorzaken waren verbeterde sociale omstandigheden, waaronder in volksgezondheid, voeding en onderwijs. Die trend, het zogenaamde Flynn-effect, werd voor het eerst opgemerkt in de jaren veertig, en is sindsdien aangetoond voor tal van landen, waaronder ook Nederland.
Mis niet langer het laatste wetenschapsnieuws en meld je nu gratis aan voor de nieuwsbrief van New Scientist.
Lees verder: