Eindhoven (NL) – Philips heeft de snelheid voor het branden van een dvd+R opgevoerd tot 16x, dichtbij het maximum.


Philips heeft in het laboratorium een dvd-brander gebouwd die in zes minuten een dvd van 4,7 gigabyte kan volschrijven. De winst zit in een nieuwe schrijfstrategie voor de laser, ofwel de tijdsduur en de hoeveelheid warmte die de laser afgeeft.
De informatiedragende laag van een beschrijfbare cd of dvd bestaat uit een zeer dun laagje kleurstof, waarin een spoor van kleine putjes wordt gebrand. Die putjes reflecteren een ander percentage van het opgevangen licht dan het omringende materiaal. Het probleem bij het branden is dat de laser maar heel kort de tijd heeft om de dragerlaag te verhitten, anders beschadigt de laser een bestaande markering bij het maken van de volgende. Philips heeft een sneller temperatuur- en tijdsschema voor de laser ontwikkeld. Een andere doorbraak zit in de wiskundige algoritmen waarmee de laser wordt aangestuurd. Onderzoekers hebben die aanzienlijk weten te vereenvoudigen, waardoor de laser sneller kan reageren.
De industrie voert de snelheid van cd- en dvd-spelers steeds verder op. De begrenzende factor is niet de apparatuur, maar het glimmende schijfje zelf. Bij 180 omwentelingen per seconde heeft de rand van de disc een snelheid van tweehonderd kilometer per uur. Boven die snelheid gaat het te veel trillen en kan het zelfs uit elkaar spatten. De draaisnelheid van 180 Hz komt overeen met 52 keer de normale afspeelsnelheid van een cd. Het branden van een cd-r kan ook al met die snelheid en cd-RW zit binnenkort op 32x. Een dvd draait altijd al driemaal zo snel als een cd, daarom kan de leessnelheid niet hoger worden dan factor zestien keer op volle toeren. De schrijfsnelheid volgt altijd wat later.
De ratrace om als eerste een techniek te presenteren kan lucratief zijn. De technologie van Philips zal de basis vormen voor de wereldwijde technische standaard die in 2004 wordt opgesteld. Het bedrijf zal dan via zijn patenten verdienen aan elke verkochte supersnelle dvd-brander.

Bart Garvelink