PASADENA (VS) – Amerikaanse sterrenkundigen hebben met de ruimtetelescoop Hubble opnamen gemaakt van stofschijven rond sterren, waarin mogelijk nieuwe planeten zullen ontstaan.


De aandacht van sterrenkundigen voor de vorming van planeten neemt de laatste jaren snel toe. Er is inmiddels een dozijn kandidaten voor planeten buiten het Zonnestelsel ontdekt, alhoewel er door de enorme afstanden geen afbeeldingen van bestaan. Op nieuwe opnamen gemaakt door de ruimtetelescoop ontdekten Amerikaanse astronomen zes sterren met stofschijven in het sterrenbeeld Stier, op een afstand van 450 miljoen lichtjaar van de Zon. Doorgaans verhult het licht van een ster het stoffige materiaal dat eromheen zweeft, ook bij sterren die zich op kortere afstand bevinden. De camera's aan boord van de Hubble konden bij deze verre sterren de schijven van de zijkant fotograferen. De zichtbaarheid is dan veel groter, omdat de schijven meer licht tegenhouden.

Het vinden van stofschijven rondom sterren is een lastig karwei, maar het is de moeite waard. Dit onderzoek kan aanwijzingen geven over het ontstaan van de planeten in het Zonnestelsel zo'n 4,5 miljard jaar geleden. Uit opnamen met een spectrometer aan boord van de Hubble leiden de sterrenkundigen af dat de schijven nog steeds groeien doordat er materiaal uit de omgeving in de schijven valt. Uit de beelden valt op te maken dat de schijven waarschijnlijk acht tot zestien keer zo groot zijn als de diameter van de baan van Neptunus. Op basis van computermodellen die zijn vervaardigd naar aanleiding van de nieuwe Hubble-opnamen schat men dat de ontdekte stofschijven een massa hebben van een tweehonderdste tot een tienduizendste van de zonsmassa. De massa van de planeten in het Zonnestelsel bedraagt een duizendste van de massa van de Zon. Dat maakt aannemelijk dat de dynamische processen rondom de zes sterren in het sterrenbeeld Stier vergelijkbaar zijn met de gebeurtenissen die leiden tot de geboorte van de Aarde en de andere planeten rondom de Zon.