Amsterdam (NL) – Het VU-ziekenhuis maakt met een nieuwe robot tienduizenden genen in één keer zichtbaar.


Met de aanschaf van een unieke micro-arrayrobot loopt het medisch centrum van de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam in één klap voorop in de Europese productie van micro-arrays (biochips). Dit is een nieuwe techniek voor onderzoek naar genexpressies bij ziekten zoals kanker, aids en artritis.
De introductie van het moderne apparaat is te vergelijken met de komst van de laserprinter die de matrixprinter vervangt. Het kan chips met daarop tienduizenden genen maken. De robot spuit het DNA-materiaal op minuscule glazen plaatjes. Totnogtoe werden die genen op een plaatje gestempeld. Nadeel is dat door het stempelen het materiaal slijt. Dat maakt de productie van plaatjes met een consistente kwaliteit niet mogelijk. De nieuwe 'spuittechniek' voorkomt slijtage van de injectiebuisjes van de robot. Zo kunnen massa's biochips met dezelfde kwaliteit worden afgeleverd.
De arraytechniek helpt bij het vinden van DNA-overeenkomsten bij bijvoorbeeld borstkankerpatiënten. De robot kan per keer alle genexpressiepatronen van tweehonderd afzonderlijke patiënten analyseren. Dat zijn zo'n dertigduizend genen per persoon, dus zes miljoen genexpressies in totaal.
Tot op de dag van vandaag doen onderzoekers die niet in het bezit zijn van zo'n slim apparaat voor iedere genexpressie een apart experiment. Vervolgens kunnen ze maximaal tien patronen met elkaar vergelijken. De tijdwinst die de bijzondere robot levert is kortom enorm. De robot kan ook DNA-plaatjes maken waarop eventueel chromosoomafwijkingen zichtbaar worden.

Frédérique Melman