Zou jij varkenscellen in je brein geïmplanteerd willen hebben? Bij een aantal mensen met de ziekte van Parkinson is dit nu gedaan, omdat het misschien helpt om het ziekteproces tegen te gaan.

Deze aanpak zit nog in de vroege testfase, maar de eerste resultaten van vier mensen zien er veelbelovend uit. Achttien maanden na de operatie vertonen ze allemaal enige verbetering. De symptomen van de ziekte van Parkinson, die bestaan uit bevingen en moeite met bewegen, verergeren meestal juist naarmate de tijd verstrijkt.

De mug gedijt bij het steeds zoutere water
LEES OOK

De mug gedijt bij het steeds zoutere water

Verzilting vormt een probleem voor veel dieren en planten die in zoet water leven. De huismug kan echter wel tegen het stijgende zoutgehalte.

Mensen met de ziekte van Parkinson krijgen varkenscellen in hun brein geïmplanteerd om hun symptomen te bestrijden. Afbeelding: Flickr

De ziekte wordt veroorzaakt door een geleidelijk verlies aan hersencellen die dopamine aanmaken. Dopamine is een signaalstof die helpt bij het aansturen van onze bewegingen. Huidige medicijnen vervangen de ontbrekende dopamine, maar de werkzaamheid hiervan wordt minder na een paar jaar.

Het biotechnologiebedrijf Living Cell Technologies uit Auckland, Nieuw-Zeeland, ontwikkelde een behandeling waarbij het cellen van de plexus choroideus uit varkens gebruikt. Deze hersenstructuur maakt een cocktail van groeifactoren en signaalmoleculen die zenuwcellen gezond houdt.

Neurochemisch fabriekje

Afgelopen maand hebben achttien andere mensen een operatie ondergaan waarbij cellen van de plexus choroideus werden geïmplanteerd. Ze doen mee aan een onderzoek waarin een deel van de proefpersonen een placebo-operatie krijgt. Zo kunnen de onderzoekers goed bekijken wat het effect van de varkenscellen is. De wetenschappers hopen dat de stoffen van deze cellen, de overgebleven dopamine-producerende hersencellen van patiënten voeden en het verlies van dopamine tegengaan.

De implantatie was succesvol in ratten met de ziekte van Parkinson. ‘Het is alsof je een klein neurochemisch fabriekje in het brein zet, dat de groei van nieuwe zenuwcellen stimuleert en repareert’, zegt Ken Taylor van Living Cell Technologies.

De varkenscellen worden bedekt met een poreuze laag alginaat – een gel die uit zeewier wordt gemaakt. Door deze gel kunnen de groeifactoren die uit de cellen komen, verplaatsen naar omringend hersenweefsel. Ook houdt de gel immuuncellen tegen, waardoor deze de varkenscellen niet kunnen aanvallen. Alginaat wordt verder gebruikt bij het implanteren van alvleeskliercellen uit varkens in mensen met diabetes.

Elke alginaatcapsule is een halve millimeter breed en bevat ongeveer duizend varkenscellen. In de kleine studie die de onderzoekers als eerste uitvoerden, hadden de vier mensen veertig capsules in één helft van hun brein gekregen.

Gematigde symptomen

De onderzoeksgroep heeft een gemiddelde verbetering van veertien punten waargenomen bij deze personen. Dit maten ze met een 199-puntenschaal die de symptoomernst aangeeft. Deze schaal meet hoe goed mensen kunnen lopen en hun eten kunnen fijnsnijden. De geobserveerde verbetering kan komen door een placebo-effect, omdat de proefpersonen gelijk na de operatie herstelden, volgens Steven Gill van de universiteit van Bristol, Verenigd Koninkrijk. ‘Zenuwcellen groeien niet zo snel terug’, zegt hij.

Eerder onderzoek toonde aan dat de symptomen van de ziekte van Parkinson vooral gevoelig zijn voor het placebo-effect. Sommige personen vertonen namelijk verbeteringen, doordat ze die zelf verwachten.

Gill denkt dat de proefpersonen zo snel herstellen, omdat ze in eerste instantie hun symptoomernst overdreven om een plekje te krijgen in het onderzoek.

Deze vier personen bleven echter verbeteringen vertonen gedurende een lange periode, namelijk achttien maanden. Mensen met de ziekte gaan normaal achteruit met een paar punten per jaar.

De grotere studie met placebo-operaties zal meer inzichten geven. De resultaten hiervan zijn beschikbaar in november.

Grotere studie

In de lopende studie hebben de proefpersonen 120 capsules in beide hersenhelften gekregen. ‘De vraag is hoe deze strategie zal concurreren met andere celtherapieën’, zegt Roger Barker van de universiteit van Cambridge. Hij werkte eerder als wetenschapsadviseur voor Living Cell Technologies, maar is niet betrokken bij deze studie.

Meer weten over hersenaandoeningen? Lees dan het boek: Haperende hersenen. Bestel in onze webshop.

Een andere therapie voor de ziekte van Parkinson waarbij dopamine-producerende cellen van geaborteerde foetussen werden gebruikt, vertoonde succesvolle resultaten. Maar het is lastig om zulk weefsel te verkrijgen.

Er is ook nog hoop voor de therapie waarbij onderzoekers volwassen stamcellen omzetten in dopamine-producerende cellen. Als ze bij deze aanpak bijvoorbeeld menselijke huidcellen kunnen gebruiken, dan vermindert de kans op immuunreacties waarbij implantaten worden afgestoten.

Verder onderzoeken wetenschappers of ze hersencellen uit varkens kunnen gebruiken voor behandelingen van andere ziekten die veroorzaakt worden door stervende zenuwcellen, zoals de ziekten van Alzheimer en Huntington. Deze veroorzaken bewegingsproblemen en cognitieve problemen. Als de cellen uit de plexus choroideus een cocktail met verschillende groeifactoren produceren, kunnen die misschien helpen om andere stoornissen met zenuwcelschade te behandelen.

Zorgen

Wat wel een zorg is van zulke behandelingen waar dierencellen in mensen worden geïmplanteerd, is dat slapende virussen in het DNA van varkens kunnen kruisen met menselijke endogene retrovirussen. Dit zijn virussen die zich al heel lang in het DNA bevinden maar inactief zijn. Door de kruising kan een nieuwe ziekte ontstaan. Tot nu toe is dit nog niet geobserveerd bij mensen die alvleeskliercellen uit varkens kregen om diabetes tegen te gaan.

Onderzoekers proberen de CRISPR-technologie – een methode waarmee DNA kan worden aangepast – te gebruiken om virussen uit het varkensgenoom uit te schakelen.

Mis niet langer het laatste wetenschapsnieuws en meld je nu gratis aan voor de nieuwsbrief van New Scientist.

Lees verder: