Als je genetisch aanleg hebt om ‘s ochtends actiever te zijn dan ‘s avonds, loop je mogelijk minder risico op symptomen van depressie. Dat zijn symptomen als weinig energie hebben of moeite hebben met het nemen van beslissingen. 

Onderzoekers ontdekten eerder al dat nachtbrakers een groter risico lopen op symptomen van depressie dan vroege vogels. Maar het was onduidelijk of laat opblijven het risico op het krijgen van dergelijke symptomen vergroot of dat de symptomen ertoe leiden dat mensen avondmensen worden.  

Om daarachter te komen analyseerden biologisch psycholoog Anne Landvreugd en haar collega’s van de Vrije Universiteit Amsterdam genetische gegevens van meer dan 14.000 mensen in Nederland. De deelnemers hadden een gemiddelde leeftijd van 43 jaar en 63 procent was vrouw.

Er is meer onderzoek nodig naar het effect van ruimtevaart op het brein
LEES OOK

Er is meer onderzoek nodig naar het effect van ruimtevaart op het brein

Om veilig te ruimtereizen, moeten we in beeld krijgen hoe een leven zonder aardse zwaartekracht de hersenen beïnvloedt, stelt Elisa Raffaella Ferrè.

Naast het verstrekken van genetische gegevens, namen de deelnemers deel aan enquêtes waarin ze vragen beantwoordden over hun levensstijl en hoe sterk ze veertien mogelijke symptomen van depressie ervoeren, zoals ‘ik heb niet veel energie’ en ‘ik heb moeite met het nemen van beslissingen’. Bij geen van de deelnemers was een depressie klinisch gediagnosticeerd. 

Ochtendmens-score 

De onderzoekers zochten naar ongeveer 350 genetische varianten in het genoom van de deelnemers die eerder in verband waren gebracht met hoe actief mensen zich ‘s ochtends voelen in vergelijking met ‘s avonds. Op basis daarvan berekenden ze voor elke persoon een ochtendmens-score. Ze ontdekten dat mensen die volgens hun genen meer kans hadden om een ochtendmens te zijn, minder vaak moeite hadden met het nemen van beslissingen, zich minder vaak waardeloos voelden en minder vaak weinig energie hadden. 

‘Dit suggereert dat een hogere ochtendmens-score echt je risico op depressieve symptomen verlaagt, omdat het verband niet omgekeerd kan zijn. Depressieve symptomen hebben kan de genetische varianten die je hebt niet veranderen’, zegt Landvreugd. 

Andere omgevingsfactoren, zoals drink– of rookgewoonten, zouden echter ook de link kunnen verklaren. Dit kan bijvoorbeeld door de slaap te verstoren en de hersenchemie van mensen te veranderen, aldus Landvreugd. 

Activiteitenpatroon veranderen 

Inzien dat er een verband is tussen nachtbrakers en depressiesymptomen, ongeacht of genen of omgevingsfactoren dit veroorzaken, zou mensen kunnen helpen om met hun negatieve gevoelens om te gaan, zegt Landvreugd. ‘Als ochtendactiviteit je risico op symptomen van depressie verlaagt, zou het vinden van manieren om je activiteitenpatroon te veranderen kunnen helpen bij het behandelen of voorkomen ervan’, zegt ze. 

Verder onderzoek is nodig om te bepalen hoe de bevindingen van toepassing zijn op verschillende etnische groepen, zegt Landvreugd, omdat de deelnemers voornamelijk van Europese afkomst waren. 

‘De bevindingen komen overeen met ander onderzoek dat het verband tussen circadiane ritmes en geestelijke gezondheid aantoont’, zegt biochemicus Amy Ferguson van de Universiteit van Edinburgh in het Verenigd Koninkrijk. Volgens Ferguson suggereren de onderzoekers dat het veranderen van het dagelijkse ritme van mensen door middel van lichttherapie en cognitieve gedragstherapie gebruikt zou kunnen worden als behandeling voor veel geestelijke gezondheidsproblemen.