Masturbatie bij mannelijke primaten lijkt geëvolueerd te zijn om het voortplantingssucces te verhogen en de kans op seksueel overdraagbare aandoeningen te verkleinen. Voor vrouwtjes is het beeld niet zo duidelijk.

Primaten masturberen al miljoenen jaren. Deze gewoonte lijkt te zijn geëvolueerd om het voortplantingssucces te verhogen en de kans op seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s) te verkleinen, in ieder geval bij mannetjes. Dat blijkt uit onderzoek, gepubliceerd in Proceedings of the Royal Society B.

Zelfbevrediging komt veel voor bij zoogdieren, en is bijna alomtegenwoordig bij primaten, waaronder apen zoals chimpansees en gorilla’s, maar ook kleinere apen en lemuren. ‘Masturbatie lijkt een evolutionair raadsel’, zegt evolutionair antropologe Matilda Brindle van het University College in Londen. ‘Waarom zou de evolutie dit schijnbaar niet-functionele en kostbare seksuele gedrag voortbrengen dat heel erg een solo-activiteit is?’

‘Depressie zit niet alleen in het hoofd, maar in het hele lichaam’
LEES OOK

‘Depressie zit niet alleen in het hoofd, maar in het hele lichaam’

Psychiatrisch epidemioloog Brenda Penninx onderzoekt het verband tussen mentale en lichamelijke gezondheid.

Reinigingsactiviteit

Brindle en haar team richtten zich op twee ideeën. De zogeheten postcopulatoire selectiehypothese stelt dat mannelijke masturbatie de kwaliteit van het zaad verbetert, en dus superieur sperma beschikbaar maakt voor bevruchting. Daardoor neemt de kans op reproductief succes toe. De pathogeenvermijdings-hypothese suggereert dat masturbatie dient als reinigingsactiviteit na seks.

Om dit te onderzoeken gebruikten Brindle en haar collega’s bijna 400 gegevensbronnen, waaronder wetenschappelijke artikelen en vragenlijsten die ze naar dierenverzorgers en primatologen stuurden. Daarmee maakten ze wat ze ‘de grootste dataset over masturbatie bij primaten’ noemen.

Ze koppelden dit aan de evolutionaire stamboom van primaten en informatie over het voorkomen van seksueel overdraagbare ziekteverwekkers bij wilde primaten uit de Global Primate Parasite Database. Waar gegevens schaars waren, gebruikten de onderzoekers informatie over de omgeving om de hoeveelheid ziekteverwekkers te schatten. Veel parasieten hebben namelijk warme, vochtige omstandigheden of water nodig.

Alomtegenwoordig

Statistische analyse onthulde dat de mannetjes en vrouwtjes van de meest recente gemeenschappelijke voorouder van alle apen van de nieuwe wereld, apen van de oude wereld en mensapen waarschijnlijk masturbeerders waren. Maar als we verder teruggaan, naar de gemeenschappelijke voorouder van deze lijn en van de spookdiertjes, die niet masturberen, concluderen de auteurs dat het vrouwtje van deze gemeenschappelijke voorouder mogelijk masturbeerde, maar dat ze niet zeker zijn over het mannetje.

‘Het is belangrijk om te beseffen dat masturbatie alomtegenwoordig is in de primatenorde, zowel bij vrouwtjes als bij mannetjes, en wordt beoefend door individuen die in gevangenschap leven en individuen die in het wild leven. We hopen dat het benadrukken hiervan helpt om schadelijke houdingen ten opzichte van masturbatie te ontkrachten, door aan te tonen dat het onderdeel is van gezond seksueel gedrag’, zegt Brindle.

Mannelijke masturbatie

Het bewijs ondersteunde beide hypotheses over masturbatie bij mannelijke primaten. Het toont aan dat het betere voortplantingskansen geeft, maar ook helpt om soa’s te voorkomen. Dat laatste zou kunnen komen doordat zaadvocht antibacteriële stoffen bevat, en doordat de kracht van de ejaculatie ziekteverwekkers uit de urinebuis van de man verdrijft, aldus de onderzoekers.

Kleinere primaten, zoals sifaka’s en penseelaapjes, reinigen hun geslachtsdelen door te likken en te plassen na het paren. Maar grotere primaten zoals chimpansees, gorilla’s en bonobo’s hebben niet de flexibiliteit om hun geslachtsdelen te likken. Misschien gebruiken zij masturbatie dus om hun risico op soa’s te verlagen.

De gegevens waren niet overtuigend voor vrouwtjes, zegt Brindle. En het is mogelijk dat masturbatie bij vrouwtjes niet past bij de hypothesen die hier zijn getest. Masturbatie bij vrouwelijke primaten spoelt ziekteverwekkers niet krachtig weg. Seksuele stimulatie verhoogt ook de vaginale pH-waarde – die gewoonlijk in het zure bereik ligt om de groei van ziekteverwekkers te voorkomen – om de omgeving gastvrijer te maken voor verwacht sperma. Zelfbevrediging bij vrouwtjes zou dus juist de chemische verdediging van de vagina verzwakken.

Meer tijd

‘Het is een zeer interessant artikel dat licht werpt op de evolutionaire geschiedenis van gedrag dat geen sporen achterlaten in het fossielenbestand’, zegt antropoloog Kit Opie van de Universiteit van Bristol in het Verenigd Koninkrijk. ‘Het is verbazingwekkend hoe wijdverspreid masturbatie is bij primaten, vooral bij apen en mensapen.’

Het feit dat we niet weten of de masturbatie voor of na de seks plaatsvindt, is een beperkende factor van het onderzoek, zegt biologisch antropoloog Cyril Grueter van de Universiteit van West-Australië. Als het gebeurt om het risico op soa’s te verminderen, dan zou het consequent na het paren moeten gebeuren. Als het dient om het voortplantingssucces in promiscue groepen te verbeteren, dan zou het consequent vóór het paren moeten gebeuren, zegt hij.

Hij suggereert twee andere mogelijke redenen. ‘Masturbatie kan leiden tot ontspanning en verminderde agressie, wat kan bijdragen aan het behoud van cohesie in deze primatengroepen’, zegt hij. ‘Ten tweede kunnen primaten die meer tijd hebben, misschien omdat ze zich geen zorgen hoeven te maken over het verzamelen van voedsel, zoals de primaten in dierentuinen, zich meer overgeven aan plezierige activiteiten zoals masturbatie.’

Uit het onderzoek bleek dat masturbatie inderdaad vaker voorkomt bij primaten in gevangenschap dan bij wilde dieren.