De geringe belangstelling van de jeugd voor de wetenschap zal zonder gestructureerd beleid onze kennisinfrastructuur ondermijnen. Aldus sprak prof dr Rob Reneman op 13 mei bij zijn afscheid als president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.

Beginnend op de middelbare school moet de lol voor de wetenschap weer duidelijk gemaakt worden, vindt Reneman. Hij pleit voor verbetering van het lesprogramma, gericht op de adembenemende ontwikkelingen in de wetenschap. Het docentencorps ziet hij graag uitgebreid met universitair getrainde leraren. Ook een opfrisverlof, bij voorkeur door te brengen op universiteiten, heeft hoge prioriteit. “Nieuwe investeringen zijn hiervoor nodig”, vindt Reneman.
Ook bij de nieuwe KNAW-president prof dr Willem Levelt ligt de verspilling van wetenschappelijk talent in Nederland na aan het hart. “Dat talent kunnen wij in de komende jaren node missen.” Levelt vindt dat jong talent op de middelbare scholen onvoldoende wordt gedetecteerd, of zelfs vrijwel helemaal niet als het om het volksdeel van immigranten gaat. “In het vwo wordt, met alle respect voor onze toegewijde en overbelaste leraren, dat talent ook onvoldoende aangesproken.”
Volgens Levelt zien vwo-leerlingen voor hun eindexamen nauwelijks nog een academicus, laat staan een gepromoveerde, voor de klas staan. Dit in tegenstelling tot Vlaanderen en Nord-Rhein-Westfalen. Levelt: “Was die charismatische leraar nou juist niet voor velen van ons de eerste inspiratiebron voor een wetenschappelijke carrière?” De nieuwe KNAW-president maakt zich verder ernstige zorgen over het vrouwelijke wetenschappelijke talent, dat massaal afhaakt rond het tijdstip van de promotie.

Jos van den Broek