Diemen (NL) – De werkomstandigheden voor het Nederlands onderwijs zijn karig. Vlaamse collega's hebben een riantere werkpositie.


Voor een volledige onderwijsbaan met een vergelijkbaar salaris moet de Nederlandse leraar harder werken dan zijn buitenlandse collega's. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam. De UvA-econoom Ib Waterreus vergeleek in opdracht van het Centraal Planbureau de arbeidsomstandigheden van leraren in acht landen: Nederland, Duitsland, Frankrijk, Engeland, Zweden, de Verenigde Staten, Nieuw-Zeeland en Australië.
Van alle onderzochte landen scoort Nederland op het lijstje 'startsalaris' redelijk. De Nederlandse leraar verdient bijna 27.000 euro per jaar, terwijl zijn Franse collega ruim 23.000 euro verdient. De Vlaamse docent verdient jaarlijks ruim 31.000 euro, volgens de meest recente onderwijsgegevens van de Belgische organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling (OECD).
De Nederlandse leraar moet wel harder werken voor zijn geld. Werkomstandigheden zoals klassengrootte en aantal lesuren per jaar zijn verre van ideaal. Een hele baan telt 868 lesuren per jaar, terwijl de Duitser slechts 685 uren lesgeeft. Ook de Vlaming heeft een 'rustig' lesprogramma met 675 uren. Daarnaast zijn de Nederlandse klassen met een gemiddelde van 17,2 leerlingen bijzonder groot. Frankrijk telt maar 12,8 kinderen per klas. De positie van Vlaamse leerlingen is helemaal gunstig: met een gemiddelde van 8,8 per klas komen ze geen aandacht te kort.
Het Nederlandse onderwijs kampt met een structureel probleem. Volgens Waterreus is een salarisverhoging 'te kostbaar en niet effectief'. Alternatieve oplossingen, zoals het voor parttimers aantrekkelijker maken om langer te werken of academici bonussen geven, kan uitkomst bieden.

Frédérique Melman