Speurhonden kunnen niet alleen de geur herkennen van drugs en explosieven, maar ook van covid-19, malaria, kanker en andere ziekten, suggereren experimenten. Soms zijn ‘medische detectiehonden’ zelfs sneller met hun diagnose dan menselijke specialisten. Komen we weldra op spreekuur bij een snuivende viervoeter?

Genereert iedere ziekte haar eigen geur?

Sommige ziekten zeker. De huid van tyfuspatiënten ruikt naar versgebakken brood. Hartfalen produceert een ­aroma van gekookte kool. En wie last heeft van leverfalen, ademt rauwe visachtige walmen uit, zo leert de lijst van ziektearoma’s die de Amerikaanse artsen Faith Fitzgerald en Lawrence Tierney in 1982 publiceerden. Hun observaties waren niet nieuw en ook niet volledig. De Griekse grond­legger van de westerse geneeskunde Hippocrates had het al over het plaatsen van slijm van zieken op hete kolen. Goed snuiven aan de opstijgende dampen kon helpen bij het stellen van de juiste diagnose. In 2012 merkte de Schotse Joy Milne bij haar echtgenoot, die aan parkinson leed, een vreemde lichaamsgeur op. Toen ze hem later vergezelde naar een steungroep voor parkinsonpatiënten, viel haar op dat iedereen daar zo rook. De Universiteit van Edinburgh in het Verenigd Koninkrijk liet Milne enkele snuiftests met T-shirts doen, en jawel: ze bleek met haar ogen dicht parkinson te kunnen diagnosticeren. Dat is minder verwonderlijk dan het lijkt, stelt Chris Callewaert, biotechnoloog aan de Universiteit Gent. ‘Iedere interactie tussen ziekteverwekkers en ons immuunsysteem, evenals iedere vorm van lichamelijke aftakeling, laat unieke sporen na in ontlasting, urine, bloed of zweet. Elk molecuul is in principe ruikbaar en dus genereert ook elke ziekte zijn eigen geurprofiel.’ Alleen hebben mensen dat niet altijd in de gaten, omdat de meesten van ons over een vrij armzalig snuifvermogen beschikken.

Dit is een premium-artikel

Lees direct verder, al vanaf €1,99 per maand. Al abonnee? Log in om direct verder te kunnen lezen.

InloggenBekijk aanbod