De wereldwijde leider in proefdiervrije wetenschap: dat moet Nederland worden, verkondigde het kabinet in 2016. Maar sindsdien zit er weinig schot in de beoogde daling van het aantal dierproeven. Kan onze wetenschap nog altijd niet zonder haar macaberste fundament?

Hoeveel dieren leven en sterven jaarlijks voor de wetenschap?

In Nederland? Bijna een half miljoen, meldt de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. België overtreft dat aantal met 10 procent. Voor de Europese Unie geldt een totaal van 9 miljoen proefdieren. Japan tikt de 15 miljoen aan. Schattingen over China houden het op 20 miljoen. De Verenigde Staten gaan volgens sommige berekeningen naar 100 miljoen. Belangrijke segmenten van de wetenschap zijn afhankelijk van een handvol fokkerijen die grote aantallen genetisch zuivere inteeltmuizen aanleveren voor 50 tot 120 euro per stuk. Al worden ook veel ratten, hamsters, katten, vissen, ­reptielen en andere diersoorten voor labwerk geboren, gebruikt, en daarna weer gedood. Zo experimenteerden Amerikaanse onderzoekers in 2019 op bijna 68.000 apen en 61.000 honden. In Europa drukten in hetzelfde jaar 350.000 letterlijke proefkonijnen hun stempel op de wetenschap, evenals dertig bavianen.

Dit is een premium-artikel

Lees direct verder, al vanaf €1,99 per maand. Al abonnee? Log in om direct verder te kunnen lezen.

InloggenBekijk aanbod