Door breed uitgemeten incidenten rond geesteszieke delinquenten heeft het Nederlandse stelsel van terbeschikkingstelling, beter bekend als tbs, een deplorabel imago. Ten onrechte, zeggen deskundigen die achter de gesloten deuren opereren. Zijn lovende predicaten als ‘mondiaal toonbeeld’ inmiddels meer op hun plaats? Wetenschapsjournalist Sebastiaan van de Water zocht het uit.

Hoe rendabel zijn tbs-­behandelingen nou werkelijk?

Elk jaar verhuizen zo’n 150 psychisch getroebleerde daders verplicht naar een van de elf Nederlandse tbs-klinieken, nadat ze door de rechter (deels) ontoerekeningsvatbaar zijn verklaard. De meesten komen na een behandeltraject van gemiddeld acht jaar weer vrij. Bijna 80 procent van hen houdt vervolgens een schoon strafblad. ‘Ter vergelijking: bijna twee derde van de reguliere gevangenen gaat na vrijlating weer de fout in’, zegt Michiel van der Wolf, hoogleraar forensische psychiatrie aan de Universiteit Leiden. ‘Ook wat betreft ernstige gewelds- of zedendelicten toont het recidive­cijfer een dalende trend. Dat ligt inmiddels een factor drie lager dan bij gevangenen. Ik vind dat indrukwekkend, want we hebben het over mensen die na gedragskundig onderzoek als zeer gevaarlijk zijn beoordeeld.’ Het prijskaartje voor deze progressie? Elke tbs’er kost de staat per dag ruim 500 euro. Tweemaal het tarief van een normale gevangene. Een fikse investering dus, maar wel een met rendement.

Dit is een premium-artikel

Lees direct verder, al vanaf €1,99 per maand. Al abonnee? Log in om direct verder te kunnen lezen.

InloggenBekijk aanbod