Meer dan 60.000 kilometer achter de maan zweeft de Nederlandse radiotelescoop NCLE eenzaam door de ruimte. Als het aan geestelijk vader Marc Klein Wolt ligt, vormt dit instrument het begin van een gouden periode binnen de radioastronomie.

Marc Klein Wolt, dat is toch die man uit die podcast?

Jazeker. De Nijmeegse radio­astronoom Marc Klein Wolt is letterlijk ‘de man’ uit de titel van de succesvolle podcast De Man en de Maan van wetenschapsjournalist Saar Slegers. Acht afleveringen beschrijven de verwoede pogingen van Klein Wolt om een radiotelescoop naar de ultieme bestemming te brengen: achter de maan. Op die stille en afgeschermde plek, ver weg van storende factoren zoals de aardse atmosfeer en onze ­tetterende technologie, kan een radiotelescoop subtiele en mysterieuze signalen detecteren uit de verten van het heelal. Stokoude signalen bovendien, want ten gevolge van de extreme uitdijing van het ­universum arriveren in het zonnestelsel nog altijd radiogolven die zijn ontstaan tijdens de cosmic dark age. Toen bevatte het heelal nog geen sterren, maar zweefden vooral wolken waterstof rond in wat wij zouden ervaren als een eindeloos pikkedonker. Wetenschappers fantaseren al decennia over een telescoop die deze radiosignalen kan opvangen, zodat we kunnen begrijpen hoe dat duistere universum van weleer is uit­gegroeid tot een plek waar sterren, planeten en mensen kunnen gedijen. Mede dankzij Klein Wolt en zijn team van het Radboud Radio Lab ­hebben we sinds kort een ­telescoop op die juiste plek.

Dit is een premium-artikel

Lees direct verder, al vanaf €1,99 per maand. Al abonnee? Log in om direct verder te kunnen lezen.

InloggenBekijk aanbod