Kneiterharde herriemuziek. Tabascosaus. Belgisch bier. En ­diagrammatisch quantumformalisme. Het zijn de brandstoffen die de ziel van Bob Coecke verwarmen terwijl hij de basis legt voor een ­revolutie op het gebied van kunstmatige intelligentie. ‘De vorderingen in quantumcomputing gaan nu heel rap. De nabije toekomst belooft nog veel wilder te worden dan we ons kunnen inbeelden.’

De metalen ketting aan zijn spijkerbroek rinkelt, allicht van plezier en herkenning, als Bob Coecke door de straten van Brussel struint. Ooit beleefde hij hier nachtelijke extases, in kelders rammend op zijn elektrische gitaar. Dat was in de tijd dat hij droomde over een doorbraak als underground metalmuzikant. Of anders als visueel kunstenaar. Architect ­desnoods. Pas toen de creatieve successen uitbleven, koos Coecke voor een bovengronds bestaan. ‘Daar woonde ik’, zegt hij nu, wijzend naar een hoekappartement op driehoog. ‘Ik tikte er scripties voor mijn ­studies wiskunde en natuurkunde, omringd door bandleden en kamergenoten die aan de drugs en rock ’n roll ten onder gingen.’

Dit is een premium-artikel

Lees direct verder, al vanaf €1,99 per maand. Al abonnee? Log in om direct verder te kunnen lezen.

InloggenBekijk aanbod