In De bacterie en het brein onthult psychiater Iris Sommer hoe de bewoners van onze darmen de dirigent zijn van onze hersenen.

Eet jij weleens volkorenbrood, zuurkool of harde broccolisteeltjes? Volgens psychiater Iris Sommer ben je dan goed bezig. In De bacterie en het brein vertelt ze hoe deze en andere voedingsmiddelen gunstige effecten hebben op de bacteriën in je darmen. En darmbewoners blijken het privénummer te hebben van je brein.

Aan de hand van wetenschappelijke onderzoeken legt Sommer haarfijn en toegankelijk uit dat de bacteriën in je darmen je gezondheid, humeur en zelfs persoonlijkheid beïnvloeden. Ze begint daarbij letterlijk bij het begin: de geboorte. Voor de darmbewoners is dit meteen een belangrijk moment. Tijdens de bevalling komen er namelijk via het vaginavocht belangrijke bacteriën in de mond en darmen van de baby terecht.

Verderop bespreekt Sommer de invloed van darmbacteriën – en dus voeding – op ziektebeelden zoals depressie, overgewicht en de ziektes van Parkinson en Alzheimer. Dit brengt haar tot haar standpunt: voeding moet tot de reguliere geneeskunde behoren, niet tot de alternatieve.

Sommer is niet alleen een goede wetenschapper, maar ook een goede schrijver. Haar passie klinkt door in de letters, en haar uitleg over biologische processen spreekt dankzij leuke vergelijkingen tot de verbeelding. Zo zwemmen er pasta (celorganellen) en bonen (mitochondriën: de energiefabriekjes) rond in je celplasma. En hoe sturen bacteriën berichten naar je brein? Nou, met hun oude celwandmoleculen: die werpen ze af, net zoals een hond zijn haar achterlaat op het tapijt.