In Het Klimaatboek doen wetenschappers onder aanvoering van Greta Thunberg een ultieme poging om mensen in actie te laten komen.

‘Wij verkeren in de uitzonderlijke positie dat we leven op het beslissendste moment in de geschiedenis.’ Aldus de nog altijd pas negentienjarige activist Greta Thunberg in Het Klimaatboek: een ultieme poging om mensen aan te zetten tot drastische veranderingen en zo de ergste gevolgen van de huidige klimaat-, milieu- en duurzaamheidscrises af te wenden.

Het boek bestaat uit ruim honderd losse bijdragen, voornamelijk van wetenschappers. Initiatiefnemer Thunberg schreef zelf achttien artikelen, die (vanwege hun achtergrondkleur) een blauwe draad door het boek vormen. In pakkende pleidooien richt Thunberg haar pijlen op de voornaamste boosdoeners: beleidsmakers, industrieën en het rijkste deel van de bevolking. Het is alsof je haar op de barricades ziet en een vlammende speech hoort geven.

De andere bijdragen zijn van wisselende kwaliteit. Een positieve uitschieter is de aanval van wetenschapshistoricus Naomi Oreskes op de industrieën die jarenlang desinformatie over het klimaatprobleem hebben verspreid. Daarentegen zijn er ook veel artikelen die nogal taai en academisch zijn opgebouwd.

Hoewel het boek niet optimistisch is, benadrukt Thunberg wel dat we het tij nog kunnen keren. Op het eind presenteert ze een lijst met maatregelen die individuen en beleidsmakers nu moeten nemen. Of het boek zijn doel zal bereiken, is de vraag; veel mensen zitten in de klimaatcrisis nu eenmaal vastgeroest in een bepaald kamp. Maar Thunberg laat hoe dan ook weer zien dat ze vooropgaat in de strijd.