Hoe komen wetenschappers tot dat ene inzicht dat het verloop van hun carrière bepaalt? Daarover vertellen ze in de rubriek Eureka, elk weekend in het AD, verzorgd door de redactie van New Scientist. Deze keer: Felienne Hermans, hoogleraar didactiek van de informatica aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

‘Programmeren is het fenomeen dat je de computer laat doen wat jij wilt. Jij geeft een bepaalde instructie, en hij voert het uit. Sinds 2018 geef ik naast mijn hoogleraarschap les op een middelbare school. Ik leer ze meerdere computertalen, zoals bijvoorbeeld Python, de bekendste programmeertaal van dit moment, waardoor ze zelf iets kunnen maken. Denk aan een spelletje ontwerpen of een website bouwen. 

Dankzij die kinderen kreeg ik een groot moment van inzicht, met verregaande gevolgen. Het was februari 2021, en een groep brugklassers van Lyceum Kralingen deed mee met mijn experiment. Ik had een programmeertaal voor ze gemaakt en die was zoals altijd in het Engels. 

90 procent van websites lapt regels voor cookies aan de laars
LEES OOK

90 procent van websites lapt regels voor cookies aan de laars

Websites zijn wettelijk verplicht hun bezoekers toestemming te vragen voor cookies, maar veel sites nemen het niet zo nauw met die plicht, ontdekte re ...

Felienne Hermans

Zij vroegen of het niet in het Nederlands kon. Eerst vond ik dat eigenlijk een beetje een vreemde vraag. Mijn eerste gedachte was dat elke tiener toch wel iets van Engels sprak, maar bij deze groep was Nederlands vaak niet de eerste taal, en spraken ze nog minder Engels.

Ik ging overstag, en in een aantal weken zette ik mijn programmeertaal Hedy om, zodat kinderen niet alleen codes in het Engels, maar ook in het Nederlands konden gebruiken. Toen de Nederlandse basis stond, bleek dat ik hem ook makkelijk kon omzetten naar het Frans, Spaans of Duits en zelfs naar talen die op andere manieren geschreven worden, zoals Chinees of Hindi.

Het kwartje viel echt voor mij toen ik de kinderen er mee aan de slag zag gaan en een jongetje uit mijn klas opeens iets in het Turks zag programmeren. Het was voor hem niet alleen gemakkelijker geworden, ik zag ook hij zich thuis voelde in de technische wereld.

Voor mij als docent was het interessant om te ontdekken dat ik eerst een bepaalde mening had, en daar dankzij de kinderen radicaal van ben afgestapt. 

Met Hedy gaat het inmiddels beter dan ooit. Het is inmiddels in 47 talen beschikbaar. Landen als Pakistan, Costa Rica en Indonesië staan in de gebruikers-top 10. Het fijne is dat alles open source is, en voor iedereen gratis te gebruiken.’