Waar covid precies is ontstaan moet boven tafel om ons in de toekomst te beschermen. Dat vindt viroloog Marion Koopmans, die als lid van het Outbreak Management Team een wetenschappelijke sleutelfiguur is in de coronacrisis. Tot die tijd heeft Nederland zelf genoeg huiswerk. Wat te doen met de veestapel en met onze enorme internationale afhankelijkheid?

Waarom moest u vorig jaar naar China om onderzoek te doen naar de oorsprong van het virus?

‘Zoals overal is het onderzoek ook in China heel versnipperd en competitief. Dat maakt het lastig om overzicht te krijgen. De belangrijke, maar ook de beladen vraag:  waar en wanneer is het coronavirus ontstaan? Met een internationaal team van wetenschappers zijn we, samen met een team van Chinese wetenschappers, met de belangrijkste partijen gaan praten die aan het begin van de pandemie een rol hebben gespeeld. Zo hebben we op een rij gezet wat voor gegevens er allemaal zijn verzameld en wat voor studies er zijn verricht. Verder hebben we een flink aantal aanvullende studies voorgesteld.’

Heeft dat vervolgonderzoek inmiddels plaatsgevonden?

‘Ons rapport is bekeken door de World Health Assembly, de tak van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) die besluiten neemt. Vanuit de Verenigde Staten werd toen gezegd: jullie hebben niet genoeg gedaan en ook niet goed genoeg gewerkt. Er stond volgens hen te weinig in over de hypothese dat het virus in een lab is ontstaan. Ook vonden ze dat China daarover te weinig gegevens had gedeeld. Die labhypothese heeft vervolgens heel veel publieke aandacht gekregen. De WHO heeft daarom gewacht met het geven van een vervolgopdracht. Daarnaast was China het niet eens met de Amerikaanse conclusies. Dit alles leidde ertoe dat er voor zover ik weet weinig is gedaan met onze lijst van aanbevelingen.’

Chemicus Sijbren Otto wil in het lab leven maken uit dode chemische soep, en is al aardig op weg
LEES OOK

Chemicus Sijbren Otto wil in het lab leven maken uit dode chemische soep, en is al aardig op weg

Chemicus Sijbren Otto is met een mirakelstuk bezig: hij probeert in zijn Groningse lab leven te kweken uit een levenloze, chemische soep. Onlangs ontv ...

Wat voor aanbevelingen waren dat zoal?

‘Naar schatting is de verspreiding van het virus ergens in november 2019 begonnen. Maar we hebben nog steeds geen enkele informatie over de eerste patiënten in andere provincies dan Hubei, de provincie waarin Wuhan ligt. Verder hebben we bloedonderzoek voorgesteld om die eerdere circulatie van het virus te kunnen oppikken. En we vroegen om studies naar de herkomst van dieren op de markt. Zulke info is cruciaal, want we weten dat je verder terug moet om misschien ooit bij de vroegste gevallen te komen.’

Valt de oorsprong van het coronavirus ooit te achterhalen?

‘Wel als je uitgaat van het meest plausibele scenario: een dierlijke bron, hoogstwaarschijnlijk vleermuizen, waarna het virus al dan niet via een tussengastheer op de mens is overgesprongen. Die bron is nog steeds te achterhalen: ergens tussen de vleermuizen is dan nog steeds de meest nauwe verwant van het oorspronkelijke Sars-CoV-2-virus te vinden.’

Marion Koopmans
Marion Koopmans. Beeld: Bob Bronshoff.

Waarom moet die precieze bron eigenlijk gevonden worden? Is het niet voldoende om te weten dát zo’n virus via vleermuizen op mensen kan overspringen?

‘We weten dat we omgeven zijn door virussen. We weten ook dat die virussen op mensen kunnen worden overgedragen. Maar als je de oorsprong van een uitbraak kent, kun je vervolgens beter inschatten waar en wanneer het risico op zo’n spill-over het hoogst is. We wachten liever niet tot mensen ziek worden. Als we snappen wat er in de dierenwereld gebeurt, kunnen we hopelijk in de toekomst met slimme voorspellingsalgoritmen de signalen leren herkennen die aangeven: nu is er een hoog risico.’

Kan er ook in Nederland een pandemie ontstaan?

‘Als je kijkt naar de dierdichtheid, is dat wel mogelijk. Als je veel dieren bij elkaar zet, is de kans op overdracht sowieso groter. Dat zag je met corona bij de nertsen: dat ging van bedrijf naar bedrijf naar bedrijf. Wat er ook gedaan werd, het was niet te stoppen. Bovendien kregen de virussen de kans om te evolueren, waardoor er besmettelijkere varianten ontstonden. Hetzelfde zagen we bij de vogelgriep in 2003: minder gevaarlijke virussen evolueerden in pluimveebedrijven tot gevaarlijke varianten. We hebben het dus zo georganiseerd dat als een virus van dier op mens overspringt, het zich makkelijk kan verspreiden. Dat is een risico. Er zijn steeds meer mensen en megasteden. De voedselproductie knelt, wringt en knarst in zijn voegen. Daar moeten we naar kijken.’

Dat klinkt alsof we al een tijdlang veel risico lopen. Hebben we tot nu toe geluk gehad of is het coronavirus uniek?

‘Ik denk dat de trefkans nog steeds wel klein is, maar áls er een spillover is, dan zijn de gevolgen heel groot. Maar het huidige coronavirus is zeker niet uniek. De andere coronavirussen, die we nu als verkoudheidsvirussen om ons heen hebben, zijn vermoedelijk ook ooit van dier op mens overgesprongen. Misschien veroorzaakten die toen ook wel een puinhoop.

Wat nu wel opvalt, is de combinatie van het gezondheidseffect en het maatschappelijke effect. Door reis- en handelsbeperkingen raken we meteen enorm ontwricht. We konden bijvoorbeeld begin 2020 een tijdlang niet testen doordat een essentieel stukje plastic in Wuhan werd geproduceerd. Dat soort suffe dingen… We zijn wereldwijd heel erg afhankelijk van elkaar geworden en dat bepaalt mede de impact van zo’n uitbraak.’

Toch is de impact nu veel groter dan bij de uitbraak van Sars-CoV-1 begin deze eeuw. En toen reisden we ook al de hele wereld over.

‘Maar er zit wel een interessant verschil tussen die twee situaties. De sarsuitbraak bleef lange tijd beperkt tot Zuid-China. Dat veranderde pas toen één besmette persoon naar Hongkong reisde. Vanuit daar is het geëxplodeerd. Nu, met Sars-CoV-2, is er een netwerk van hogesnelheidstreinen dat heel China verbindt. Zodra de lockdown in Wuhan werd aangekondigd, sprongen vijf miljoen Wuhanezen in de trein om over China uit te waaieren. Ook zijn er rechtstreekse vluchten vanuit Wuhan naar een groot deel van de wereld. Dat is dé manier om een epidemie te verspreiden. Nu is dat niet het hele verhaal, want Sars-CoV-2 is echt wel besmettelijker dan sars. Maar de omstandigheden zijn ook totaal anders.’

Van links naar rechts: Marion Koopmans, New Scientist-hoofdredacteur Jim Jansen en redacteur Yannick Fritschy. Beeld: Bob Bronshoff.

Die omstandigheden zijn moeilijk te veranderen. Kunnen we een volgende pandemie voorkomen, of moeten we ermee leren leven dat dit af en toe gebeurt?

‘We moeten in ieder geval beseffen wat er speelt. De omvang van de veehouderij staat al ter discussie. En hoeveel moeten we blijven -reizen? Ga dat debat maar eens aan. We doen nu alles online. Ik zeg niet dat dat fantastisch is, maar 100 procent terug hoeft ook niet. Er zitten grenzen aan wat er kan. Dit soort dingen raakt vaak net zo hard aan het klimaat. Het zijn moeilijke processen om op de agenda te krijgen. We kunnen er ook voor kiezen om niets te doen, maar dan wordt het: deal with it if it comes.’


Dit is een greep uit het uitgebreide interview met Marion Koopmans dat verscheen in New Scientist 96 (februari 2022). De editie met het volledige artikel is te koop in onze webshop.