In augustus teisterden natuurbranden het Amazoneregenwoud in Brazilië. Die branden waren niet ‘normaal’, zoals de Braziliaanse overheid destijds beweerde, schrijven onderzoekers. Het aantal branden in de Amazone ligt hoger dan in voorgaande jaren en de grote toename van ontbossing lijkt de oorzaak.

Filmpjes en foto’s van de brandende Amazone gingen afgelopen zomer wereldwijd rond in de media en op sociale media. Internationaal werden zorgen geuit. ‘De longen van de wereld staan in brand’, kopten diverse sites en kranten. De Braziliaanse regering ging hier echter tegenin. Elk jaar branden er delen van de Amazone en deze branden waren niet heftiger dan normaal. Sterker nog, werd geruststellend verteld, het aantal branden was ‘minder dan het historische gemiddelde’.

'Curaçao is op weg naar een groene economie'
LEES OOK

'Curaçao is op weg naar een groene economie'

'Amsterdam en Curaçao zijn allebei op weg naar een groene economie, alleen het tempo verschilt behoorlijk', zegt Juan Carlos Goilo van de Universitei ...

‘Normale’ branden

Het klopt dat er elk jaar branden zijn in het Amazoneregenwoud, vooral in het droge seizoen dat eind augustus begint. Compleet natuurlijke branden, bijvoorbeeld door blikseminslag, zijn echter zeldzaam in het natte Amazonewoud. Wel gebruiken boeren brand als middel om hun landbouwgrond klaar te maken voor de kweek van nieuwe gewassen. Verder worden er bomen gekapt om ruimte te maken voor gewassen of veeteelt. De gekapte bomen en andere begroeiing worden opgeruimd door ze te verbranden.

Branden zijn dus ‘normaal’, maar afgelopen zomer waren het er volgens een internationale groep wetenschappers wel bovengemiddeld veel. Uit hun onderzoek blijkt dat er drie keer meer branden waren dan in augustus 2018. Het aantal was zelfs het hoogst sinds 2010. Ze zien bovendien sterk bewijs dat er een verband is met de toename van ontbossing.

Ontbossing boosdoener

Voor hun analyse keken de onderzoekers naar data van het Braziliaanse DETER-b-systeem. Dit systeem berekent de hoeveelheid ontbossing in vierkante kilometers aan de hand van beelden van NASA-satellieten. Daaruit bleek dat er in juli 2019 bijna vier keer meer oppervlak ontbost was dan gemiddeld in de drie jaren daarvoor.

Verder was het in andere jaren met veel branden, bijvoorbeeld 2007 en 2010, veel droger dan afgelopen augustus. Daardoor sloegen branden van boeren sneller over op andere gebieden. Bovendien woedden de vuren dit jaar in natte gebieden van de Amazone. Dat lijkt alleen mogelijk als daar branden zijn aangestoken in verband met ontbossing.

‘Daardoor vermoedden we in augustus al dat de grote aantallen branden door ontbossing kwamen’, zegt Pieter Zuidema van Wageningen University & Research, die niet bij het onderzoek betrokken was. ‘Het is goed dat die vermoedens nu met metingen bevestigd zijn.’

Zorgen om de Amazone

Volgens Zuidema geeft de toename van de branden in het Amazonegebied reden tot zorg. ‘Het zorgt voor extra CO2-uitstoot. En als de ontbossing van de Amazone blijft toenemen, halen we de klimaatdoelen niet. Verder betekent verlies van bos ook verlies aan biodiversiteit in het Amazoneregenwoud. Tenslotte houdt bebossing het water beter vast en zorgt ze voor verdamping, waardoor regen ontstaat.’ Minder bos betekent daardoor minder regen, meer droogte en uiteindelijk meer branden.

De toename van ontbossing en branden is ook een stap terug, vertelt Zuidema. ‘In 2005 heeft Brazilië goede maatregelen genomen waardoor de ontbossing in het Amazonegebied snel afnam.’ Met satellietenbeelden wordt sindsdien van bovenaf gekeken waar ontbossing plaatsvindt. Vanaf de grond is lokaal controle ingesteld, met strenge maatregelen als er te veel regenwoud gekapt wordt. Ook kregen gedeeltes van het woud een beschermde status.

‘Sinds kort bespaart de huidige Braziliaanse regering op controles op de grond en de status van beschermde bossen staat ter discussie’, zegt Zuidema. Daardoor lijkt de regering de ontbossing te legitimeren, met meer branden als gevolg. Zowel voor de economie en het milieu zou het verstandig zijn om de maatregelen uit 2005 weer in te voeren, zegt een van de onderzoekers.