Livermore, California (VS)- Onderzoekers van het Lawrence Livermore National Laboratory hebben ontdekt dat grote vulkaanuitbarstingen de atmosferische opwarming door het broeikaseffect maskeren.


Er bestaat een groot verschil in opwarming tussen het aardoppervlak en de lage troposfeer – de eerste, acht kilometer dikke luchtlaag boven de aardkorst. Terwijl het oppervlak de afgelopen twintig jaar aanmerkelijk opwarmde, bleef de temperatuur van de lage troposfeer nagenoeg gelijk. Voor sceptici was dat een reden om het bestaan van het broeikaseffect van de hand te wijzen. Waarschijnlijk onterecht, naar nu blijkt.
Om de invloed van vulkaanuitbarstingen op de temperatuur van aardkorst en atmosfeer te kwantificeren, analyseerden Californische onderzoekers temperatuurdata over de periode 1979-1999. Hieruit blijkt dat vulkaanuitbarstingen zorgen voor een afkoeling van de atmosfeer die groter is dan die van het aardoppervlak. Bij grote uitbarstingen van bijvoorbeeld El Chichón in Mexico (1982) of de Pinatubo op de Filippijnen (1991) veroorzaakten de vrijgekomen aërosolen een dermate sterke afkoeling van de troposfeer dat de opwarming door het broeikaseffect werd tenietgedaan.
Naast vulkaanuitbarstingen speelt ook ozonafbraak in de stratosfeer een rol bij de atmosferische afkoeling. Zonder deze invloeden zou de troposfeer zeer waarschijnlijk wél opgewarmd zijn gedurende de laatste twee decennia. Computermodellen ondersteunen de conclusies. De modellen kloppen veel beter met de waarnemingen wanneer bovengenoemde invloeden meegenomen worden naast de reeds bekende factoren, zoals de broeikasgassen koolstofdioxide en methaan. In de toekomst zullen deze verbeterde modellen helpen bij de verdere ontmaskering van het broeikaseffect.

Mirjam Leunissen