Bristol (UK) – Als de quizkandidaat geen dorst heeft, kan hij het glaasje water misschien beter laten staan.


Het is tijd voor de 64.000-gulden vraag. De kandidaat zit gespannen op de stoel, pakt het glaasje water en neemt even een slok. Helpt dat, of juist niet? Experimenteel-psychologen aan de universiteit in Bristol togen met zestig proefpersonen aan de slag om dat te onderzoeken.

De psychologen in Bristol onderzochten eerder het effect van cafeïnehoudende drankjes op het uitvoeren van bepaalde taken en reactiesnelheid. Daarbij lieten ze tevens proefpersonen alleen water of helemaal niets drinken. De uitslagen waren niet helemaal consistent. Daarop besloten ze te kijken naar de invloed van het dorstgevoel.
Bij het nieuwe onderzoek dronken de proefpersonen géén water, 120 milliter water of 330 milliliter water. Sommigen hadden daarvoor dorst, anderen niet. Vervolgens moesten de proefpersonen op een beeldscherm codes herkennen en daarop dan reageren.
De mate waarin de mensen dorstig waren, speelde een belangrijke rol, zo bleek. Na 25 minuten en na 50 minuten presteerden dorstige mensen beter als ze water dronken, terwijl bij niet dorstige mensen de prestaties daalden. Vochtgebrek verminderde de prestaties. In het vakblad Appetite publiceerden de onderzoekers hun bevindingen, die de afgelopen dagen veel aandacht trokken. Britse kranten suggereren dat mensen in een quiz of praatprogramma hun glas water beter kunnen laten staan. De Nederlandse onderzoeker Henk Smit licht toe: “Dat gaat me iets te ver. In dergelijke omstandigheden zijn mensen vaak nerveus en de studiolampen doen ook al niet veel goeds tegen de dorst. En zie daar: als mensen dorst hebben, helpt water hun prestatievermogen, in tegenstelling tot wat Britse kranten suggereren. Het blijkt dus dat wanneer mensen naar hun dorst 'luisteren' ze gewoon bezig zijn hun zelfreguleringsmechanisme voor hun waterhuishouding te helpen.”
Quizkandidaten doen er dus goed aan om hun dorstgevoel nauwlettend in de gaten te houden.

Erick Vermeulen