Byron, Georgia (VS) – Kleiballetjes van rottende motten houden schadelijke snuitkevers weg van gewassen.


Een nieuwe vorm van biologische ongediertebestrijding gaat uit van dode motten ingepakt in klei. De dode motten zijn rijke bronnen van rondwormen (nematoden), die op hun beurt weer bacteriën die de wormen in hun darmen bij zich dragen. Deze bacterien zijn de ondergang voor ongedierte als de gegroefde lapsnuitkever.
Wetenschappers van het ministeriële laboratorium voor fruit- en boomonderzoek in Byron ontdekten de effectieve manier om ongedierte te bestrijden. Essentieel is de 'kadaververpakking'. De Amerikaanse biologen omhulden de dode motten met een laagje klei. Eerder gebruikten ze naakte insectenkadavers, maar deze opzet mislukte door de instabiele structuur van de kadavers. Nog voordat ze de broeikas bereikten, vielen ze door rotting uit elkaar. Het klei-omhulsel houdt het dode mottenlichaam bijeen. Pas als het met grondwater in aanraking komt, barst de kleihuls open. Via de scheuren in het omhulsel kruipen tienduizenden wormen naar buiten. De wormen kruipen via de mond of anus de snuitkever binnen, dan maakt de darmbacterie van de worm een insecticide-achtig eiwit. Dit eiwit wordt de kever fataal.
Boeren en telers zullen regelmatig kleiballetjes moeten neerleggen. De wormenverspreiding is onregelmatig. Bovendien blijven de wormen maar enkele weken in leven. Toch is het kleikadaver een aantrekkelijk biologisch insecticide, omdat het goedkoop en makkelijk in gebruik is. Het ministerie van landbouw in de Verenigde Staten hoopt zo de serieuze ongediertebedreiging voor kwekerijplanten aan te pakken.

Tienduizenden wormen komen vrij wanneer het kadaver openbarst.

Frédérique Melman