Yerseke/Nijmegen (NL) – Piepkleine algen gaan de erosie van grote, belangrijke slikplaten in kustgebieden tegen.


Slikplaten, zoals we ze bijvoorbeeld aantreffen in de Westerschelde, zijn een belangrijk onderdeel van kustgebieden. Ze vormen de voedselbron voor vele vogels en een schuilplek voor jonge vissen. Bovendien beschermen ze de kust tegen erosie en overstroming. Een grondig begrip van de platen is onmisbaar voor een goed kustbeheer. Zuiver natuurkundige modellen kunnen de vorming en de dynamiek van slikplaten echter niet verklaren. Promovendus Jody de Brouwer ontdekte een belangrijke biologische invloed: microscopisch kleine algen produceren ‘zeebodemlijm’.
Op het eerste gezicht groeit er niks op de vaak overspoelde slikplaten, maar schijn bedriegt. Over het oppervlak ligt een bruinig waas van kiezelwieren, ofwel diatomeëen. Deze algen van nog geen tiende millimeter groot zijn op de platen de belangrijkste ‘planten’: ze leggen koolstof vast via fotosynthese en vormen zo de basis voor dit ecosysteem.
De eencellige diatomeëen hebben een kapsel van kiezelzuur om zich heen, waaruit ze zogenaamde extracellulaire polymere substanties afscheiden. Dit zijn voor 95 procent suikers. Overdag maken kiezelwieren zoveel mogelijk makkelijk afbreekbare, glucosehoudende suikers en slaan die buiten hun cel op, wegens een gebrek aan opslagcapaciteit. ’s Nachts, wanneer het donker is, gebruiken ze deze uitwendige voorraad als voedsel.
De Brouwer ontdekte dat kiezelwieren nog een tweede type suikers uitscheiden, die een rol spelen bij de voortbeweging én bij het invangen en vastplakken van slibkorrels van de zeebodem. De samenstelling van deze suikers is anders dan die van de voedingssuikers: ze zijn rijk aan galactose en uronzuren. Het zijn ‘zure’ suikers met bindingsmogelijkheden voor sedimentkorrels, ze werken als lijm.
Door de lijmsuikers klitten de kiezelwieren op de platen samen tot een beschermende oppervlaktelaag, die de afslag van slik door wind en golven tegengaat. Vooral in het voorjaar groeien deze ‘diatomeëenmatten’ massaal. Daarna breekt een leger aan grazende diertjes en harde wind de beschermlaag. De plaat is dan inmiddels wel enkele centimeters opgehoogd en heeft andere bewoners gekregen.

Mirjam Leunissen