Brussel (B) – De ozonlaag is voorlopig nog niet aan de beterende hand.


Op 21 januari verscheen een Europees milieurapport over ozonafbraak, ultraviolette straling en de invloed van vliegverkeer op de atmosfeer.
Milieu-onderzoek in de periode 1996-2000 en een analyse van atmosferische data van de afgelopen veertig jaar vormen de basis van het rapport. In de onderzochte periode bedroeg de ozonafname tijdens het winterseizoen bijna dertig procent boven de poolgebieden, boven Europa was dit vijf tot tien procent. Door de afnemende ozonconcentraties nam de hoeveelheid schadelijke ultraviolette straling die het aardoppervlak bereikte toe. Grondig onderzoek wees uit dat, in tegenstelling tot eerdere verwachtingen, de streepvormige uitlaatwolken van vliegtuigen amper een rol spelen bij klimaatprocessen.
Voor de toekomst voorspelt het rapport dat door veranderingen in luchtstromingen het vóórkomen van mini-ozongaten boven Europa zal toenemen en dat herstel van de ozonlaag op zijn vroegst in 2010 meetbaar is. De kans op grootschalige ozonafbraak boven de poolgebieden en Europa blijft vooralsnog groot. De atmosferische concentratie van chloorverbindingen die ozonafbraak bevorderen neemt weliswaar af, maar de hoeveelheid eveneens schadelijke broomverbindingen blijft toenemen. De waargenomen afkoeling van de stratosfeer – de luchtlaag die zo’n tien kilometer boven het aardoppervlak begint – stimuleert bovendien de ozonafbraak, doordat dit de koude winterse periode verlengt waarin afbraak boven de poolgebieden plaatsvindt.

Mirjam Leunissen