In plaats van angstige gedachten op te roepen en erop te focussen, kan het nuttig zijn om ze te vermijden.

De geest vrijmaken van angstige gedachten, in plaats van ze te verwerken, kan soms goed zijn voor onze geestelijke gezondheid. Dat blijkt uit Brits onderzoek.

Eind jaren tachtig ontdekten wetenschappers iets onverwachts: mensen aan wie eerst werd gevraagd om niet aan witte beren te denken, en later wel, hebben meer gedachten aan witte beren dan mensen aan wie alleen werd gevraagd om aan witte beren te denken. Dit leidde tot de overtuiging dat het blokkeren van ongewenste gedachten er ironisch genoeg voor zorgt dat ze vaker terugkomen. Als gevolg hiervan zijn sommige therapievormen erop gericht om de geestelijke gezondheid te verbeteren door moeilijke ervaringen terug te brengen uit het geheugen, en ze te onderzoeken, in plaats van ze te onderdrukken.

Simon van Gaal: ‘Te veel stress voor een topprestatie is niet goed, te weinig opwinding ook niet’
LEES OOK

Simon van Gaal: ‘Te veel stress voor een topprestatie is niet goed, te weinig opwinding ook niet’

Wetenschappers van de Universiteit van Amsterdam hebben in kaart gebracht wat de optimale stand van het brein is om zo goed m ...

Nu hebben cognitiewetenschappers Zulkayda Mamat en Michael Anderson van de Universiteit van Cambridge ontdekt dat sommige vormen van gedachten onderdrukken juist nuttig kan zijn. Ze beschrijven hun resultaten in het wetenschappelijk tijdschrift Science Advances.

Lege ruimte

‘Als je een gedachte vermijdt door iets anders te gaan doen of aan iets anders te gaan denken, ja, dan heb je de neiging om steeds weer op die gedachte terug te komen’, zegt Mamat. ‘Maar we ontdekten dat het onderdrukken van gedachten door ervoor te zorgen dat je geest zonder gedachten is – bijvoorbeeld door je een lege ruimte voor te stellen, of je voor te stellen dat je die gedachte uit je geest duwt – gunstig kan zijn.’

De onderzoekers wierven 120 proefpersonen. Ze vroegen hen om zich toekomstige scenario’s voor te stellen die zich in de komende twee jaar in hun leven zouden kunnen voordoen. De deelnemers werd niet gevraagd of ze gediagnosticeerd waren met een psychische aandoening, maar de enquêtes die ze afnamen onthulden daarvan wel enkele symptomen.

Negatieve scenario’s

Elke deelnemer bedacht 20 negatieve scenario’s waar ze bang voor waren, zoals het verliezen van een dierbare, en 36 neutrale scenario’s, zoals de was ophangen. Voor elk scenario moesten de deelnemers een codewoord opgeven dat gebruikt kon worden om de gedachte op te roepen.

In Zoom trainden Mamat en Anderson 61 van de deelnemers om negatieve gedachten te onderdrukken en 59 van hen om neutrale gedachten te onderdrukken. Dat deden ze gedurende 20 minuten per dag gedurende drie dagen. Tijdens elke trainingssessie toonden de onderzoekers de deelnemers het codewoord om een gedachte over een scenario op te roepen. Vervolgens vroegen ze om gedachten aan de gebeurtenis te blokkeren. Daarna presenteerden ze een nieuw codewoord.

Direct na de laatste trainingssessie rapporteerde 90 procent van de mensen die angsten onderdrukten dat de ingebeelde gebeurtenissen minder levendig in hun gedachten waren geworden. Ongeveer 75 procent van degenen die neutrale gedachten onderdrukten, rapporteerden hetzelfde.

PTSS

Deelnemers rapporteerden ook zelf de mate waarin ze symptomen hadden van depressie, posttraumatische stressstoornis (PTSS) en angstgevoelens, in enquêtes voor en na de training. Onder deelnemers die voor de training hoog scoorden op symptomen van PTSS, hadden degenen die negatieve gedachten onderdrukten een afname van 16 procent in de ernst van hun symptomen na de training. Degenen die neutrale gedachten onderdrukten, zagen een afname van slechts 5 procent.

Ook bij mensen die voor de training symptomen van depressie rapporteerden, verminderde het onderdrukken van negatieve gedachten hun scores sterker dan het onderdrukken van neutrale symptomen.

Uit de onderzoeken bleek ook dat mensen geloofden dat het onderdrukken van negatieve gedachten, maar niet van neutrale gedachten, hun welzijn bevorderde. De gunstige effecten op de mentale gezondheidsmetingen bleven tot drie maanden na de training bestaan.

Paradoxale effecten

Zelfs als de resultaten worden bevestigd in grotere onderzoeken, kan het onderdrukken van sommige gedachten nog wel schadelijk zijn, zegt Mamat. ‘Er zijn gedachten waar je over na moet denken, die je moet verwerken en waar je mee om moet gaan. Maar er zijn ook gedachten over de toekomst waar je niets aan kunt doen, en het zou kunnen helpen om die te onderdrukken.’

‘Het idee dat pogingen om negatieve gedachten te onderdrukken paradoxale en nadelige effecten hebben, is vrij gangbaar onder onderzoekers, clinici en het grote publiek’, zegt psychiatrisch onderzoeker Isaac Fradkin van het University College London. ‘Deze studie spreekt dit overtuigend tegen.’