Diemen (NL) – Binnen een half jaar nadat het medicijn Aranesp in de VS op de markt kwam, blijken olympische langlaufers het te misbruiken. Net op tijd ontwikkelden de controlelaboratoria een test die het middel aantoont.


Het middel Aranesp, vervaardigd door Amgen, is sinds het najaar van 2001 op de markt. Het lijkt op het hormoon erythropoëtine, maar het heeft twee extra suikerketens die ervoor zorgen dat het lichaam er driemaal zo lang over doet om het hormoon af te breken. De wetenschappelijke naam is darbepoëtine. Voor duursporters is het middel aantrekkelijk, omdat het de zuurstofvoorziening van de spieren bevordert.
Net als erythropoëtine (EPO) stimuleert darbepoëtine de aanmaak van nieuwe rode bloedcellen. Het werkt in op de stamcellen waaruit rode bloedcellen ontstaan. Het medicijn kan bloedarmoede voorkomen, bijvoorbeeld bij sommige nierziekten. Dat is echter niet zonder risico. Artsen moeten zorgvuldig in de gaten houden dat het hemoglobinegehalte van het bloed niet te snel stijgt. Ze meten de concentratie ferritine in het bloed en schrijven bovendien ijzerpillen voor. Bij een te hoog hemoglobinegehalte of een te snelle stijging daarvan kunnen hartklachten of problemen met de bloedvaten optreden. Daartoe behoren met name hoge bloeddruk, hartstilstand en hartritmestoringen.
Vorig jaar waren er al geruchten dat darbepoëtine circuleerde in het wielercircuit. Hoewel het middel nog niet op de verboden lijst staat, is het nu wel aangetoond tijdens de Olympische Winterspelen. Gezien de grote overeenkomst met EPO mag het als een variant daarvan worden gezien. Naast het streven naar een eerlijke sportcompetitie, is de snelheid waarmee het misbruik van darbepoëtine is aangepakt een goede zaak – het dopingbeleid moet immers sporters beschermen tegen de verlokkingen van gevaarlijke middelen.

Erick Vermeulen