Potvissen die uit het water springen zijn een zeldzaam verschijnsel. Deze week hadden mijn collega's geluk: ze waren getuige van een spetterende luchtshow.


“Dit wil je vast niet horen, maar je had vanochtend maar beter mee kunnen gaan aan boord!” Markus, mijn Duitse collega, komt glunderend de keuken binnen. “Dit gelóóf je niet! Een potvis die helemaal uit zijn dak ging!” Zijn verhaal is zo onwaarschijnlijk dat ik hem wel moet geloven.
De potvis in kwestie, vertelt hij enthousiast, lag eerst gewoon rustig aan de oppervlakte te blazen. Bij het wegduiken liet hij elegant zijn staart zien. Dat betekent normaal gesproken dat het dier een diepe duik maakt en minstens een halfuur onder water blijft. “Maar nog geen tien seconden later sprong het hele beest uit het water! Recht voor onze ogen, op nog geen vijftig meter van de boot!”
Potvissen zijn logge beesten die meer dan zestig ton kunnen wegen. Ze bewegen zich traag en liggen op hun gemak roerloos aan de oppervlakte te dobberen en te blazen. Waarnemingen dat deze reuzenworsten uit het water springen zijn uiterst zeldzaam. Als ze het al doen, springen ze hooguit twee- of driemaal. “Deze idioot bleef letterlijk een halfuur doorgaan!” vertelt Markus. “Op een gegeven moment ben ik maar opgehouden met foto's maken. We stonden met zijn allen met open mond te kijken. Hij sprong een keer of tien helemaal uit het water, en verdween toen even. We dachten dat het voorbij was, maar nee hoor, daar kwam hij weer.”
Andere walvissoorten, met name bultruggen, voeren veel regelmatiger luchtshows uit. Waarom ze dat precies doen, is niet bekend. Sommige wetenschappers menen dat 'breaching', zoals het in het Engels heet, onderdeel uitmaakt van het sociale systeem. Mannetjes doen het in de paartijd bijvoorbeeld om indruk op elkaar te maken, en vrouwtjes springen soms bij een groepshereniging. Andere walviskenners denken dat 'breaching' vooral dient voor het kwijtraken van huidparasieten, die jeuk veroorzaken. Een derde optie is dat het gedrag puur een uiting van speelsheid is. Die laatste verklaring past waarschijnlijk het beste bij dit opmerkelijke geval.
“Daarna kwam hij minstens honderd keer met zijn hele achterlichaam uit het water, met zijn staart recht de lucht in! En maar met die staart op het water slaan… het was een lawaai van jewelste. Tenslotte sprong hij nog een keer of vijf, zes helemaal uit het water. Weet je zeker dat je vanmiddag niet meegaat?” Ik sla het aanbod lachend af: dit spektakel zal zich vandaag niet herhalen. Deze potvis ligt de komende week ongetwijfeld uitgeput bij te komen van zijn waanzinnige inspanning.

Nienke Beintema