Duitse biologen hebben de structuur van de poten van lieveheersbeestjes ontrafeld. De ledematen blijken uit verschillende onderdelen te bestaan, met verschillende materiaaleigenschappen.

De blauwe pijl geeft het plakkerige voetje van de kever aan. Bron: Stanislav N. Gorb
De blauwe pijl geeft het plakkerige voetje van de kever aan. Bron: Stanislav N. Gorb

De lieveheersbeestjespoot bevat zowel hard, rigide materiaal als zachtere structuren. Daardoor kunnen de kevers gemakkelijk op muren blijven ‘plakken’.

Chemicus Sijbren Otto wil in het lab leven maken uit dode chemische soep, en is al aardig op weg
LEES OOK

Chemicus Sijbren Otto wil in het lab leven maken uit dode chemische soep, en is al aardig op weg

Chemicus Sijbren Otto is met een mirakelstuk bezig: hij probeert in zijn Groningse lab leven te kweken uit een levenloze, chemische soep. Onlangs ontv ...

Biologen proberen al jarenlang te ontrafelen waarom sommige beesten, waaronder het lieveheersbeestje en de vlieg, ondersteboven over oppervlakten kunnen lopen. De studie van de Duitse onderzoekers bewijst nu voor het eerst dat een diversiteit aan materialen dit kunstje mogelijk maakt.

‘Elk been van het lieveheersbeestje bestaat uit fijne, plakkerige setae’, beschrijft zoöloog Jan Michels in een persverklaring. Een seta is een stijve maar buigbare, haarachtige structuur. ‘Met de setae kan het insect zich vastzuigen aan het oppervlak. Onze resultaten tonen aan dat de basis van een seta relatief hard en stijf is, terwijl het puntje van de seta zacht en flexibel is.’ Dat maakt het pootje waarschijnlijk plakkerig genoeg voor een wandeling over een plafond.

Natuurlijke tape

De plakkerige setae van een lieveheersbeestje (Coccinella septempunctata). Boven: het beeld van een rasterelektronenmicroscoop. Onder: het beeld van de confocale lasermicroscoop. De meest flexibele delen van het pootje zijn blauw gekleurd. Bron: Jan Michels
De plakkerige setae van een lieveheersbeestje (Coccinella septempunctata). Boven: het beeld van een rasterelektronenmicroscoop. Onder: het beeld van de confocale lasermicroscoop. De meest flexibele delen van het pootje zijn blauw gekleurd.
Bron: Jan Michels

Om het pootje goed in kaart te brengen, gebruikten de onderzoekers verschillende microscopie-technieken, waaronder lasermicroscopen en atoomkrachtmicroscopen. Ze bekeken daarmee het bijzonder veerkrachtige eiwit resiline, dat ook voorkomt in insectenvleugels.

Het onderzoeksteam publiceerde zijn resultaten deze week in Nature Communications. Ze hopen dat de vondst de weg vrijmaakt voor de ontwikkeling van nieuwe, kunstmatige materialen. Zo zouden materiaalexperts bijvoorbeeld Gecko-Tape kunnen verbeteren door de plakkunst van de lieveheersbeestjes af te kijken. Maar het zal nog wel even duren voor het zover is, zo denken de onderzoekers. De lieveheersbeestjepoten zijn vooralsnog veel complexer dan welk kunstmatige materiaal dan ook.