GRONINGEN (NL) – Gevaarlijke malariamuggen hebben een betere neus voor mensengeuren dan muggensoorten die nauwelijks malariaparasieten overbrengen. Ook Limburgse kaas is erg aantrekkelijk voor ze.


De reukcellen van de gevaarlijke Afrikaanse malariamug Anopheles gambiae zijn erg gevoelig voor vluchtige vetzuren die op de mensenhuid voorkomen. Dat komt de vrouwtjes van deze soort goed uit, omdat ze bij voorkeur mensen steken.

Biologen aan de Rijksuniversiteit Groningen bepaalden in een NWO-project de gevoeligheid van reukcellen bij drie muggensoorten. Hoe gevoeliger de cellen zijn voor een geurstof, hoe hoger de frequentie waarmee ze zenuwimpulsen afgeven. De al genoemde Anopheles gambiae steekt het liefst mensen en is daarom antropofiel. A. quadriannulatus is zoöfiel, omdat vrouwtjes vooral koeien, geiten of schapen steken. A. arabiensis maakt het niet uit of een koe, een mens of een schaap het slachtoffer wordt: de soort is opportunistisch.

Reukcellen van zoöfiele muggen reageren het sterkst op octenol, een stof die voorkomt in rottende planten, en daarmee in de adem van herkauwers. Op vluchtige vetzuren reageren de cellen bijna niet. Voor reukcellen van A. gambiae geldt het omgekeerde: ze zijn erg gevoelig voor vluchtige vetzuren en ongevoelig voor octenol. De gevoeligheid van de opportunistische soort zit tussen die van de andere twee in.

Eerder onderzoek toonde aan dat malariamuggen vooral in voeten en enkels steken. Ze worden ook aangetrokken door Limburgse kaas, die net als zweetvoetenlucht hoge concentraties van de vetzuren boterzuur en valeriaan bevat.

RL