Per 1 mei zijn de duinen van Texel officieel een nationaal park.

Nederland telt vanaf 1 mei twaalf nationale parken: de laatste toevoeging is het duingebied van Texel. Dit park is ruim vierduizend hectare groot en omvat naast de duinen ook zandplaat De Hors, de Texelse bossen en de Slufter.

Met de instelling van nationale parken wil de overheid grote natuurlijke gebieden en landschappen met de daarin aanwezige plant- en diersoorten beschermen. Daarnaast richten de parken zich op natuureducatie, natuurgerichte recreatie en onderzoek.

Hoe gevaarlijk zijn supervulkanen?
LEES OOK

Hoe gevaarlijk zijn supervulkanen?

In het verleden stortten zogeheten supervulkanen de aarde meermaals in een desastreuze ‘vulkanische winter’. Gaat dat opnieuw gebeuren?

Het duingebied van Texel is een zeer afwisselend landschap. Natte duinvalleien bevinden zich tussen droge duinen, bossen, heidevelden, kwelders en uitgestrekte zandvlakten. Het gebied telt veel zeldzame soorten, zoals het guichelheilplantje, de paddenstoel het wasplaatje en het baardmannetje – een vogel.

Staatssecretaris Faber van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij wil in totaal achttien Nederlandse nationale parken realiseren. Naast Texel stelde hij al elf andere parken in: Schiermonnikoog, Dwingelderveld, Weerribben, Groote Peel, Biesbosch, Zuid-Kennemerland, Meynweg, Maasduinen, Drents-Friese Wold en het grensoverschrijdende park Zoom-Kalmthoutse Heide.

Mirjam Leunissen