Paleontologen beweren dat ze voor het eerst de kleur hebben afgelezen van een versteend, prehistorisch dier. Een oude droom van fossielenonderzoekers – bepalen welke kleur de dinosaurussen hadden – komt daarmee een stapje dichterbij.

Derek Briggs en collega’s van de Yale University slaagden erin te herleiden dat een 50 miljoen jaar oude, versteende vogelveer een zwart met groenblauwe gloed moet hebben gehad. Ook van een veer van 100 miljoen jaar oud bepaalden ze welke plekken donker moeten zijn geweest, schrijven ze in het vakblad Biology Letters.

Het team richtte zich op een reeks kleine ‘worstjes’ van 1 tot 2 micrometer groot die onder de microscoop zichtbaar zijn op de fossielen. Tot dusver namen onderzoekers aan dat het versteende bacteriën waren. Maar volgens Briggs zijn het versteende pigmentkorrels (‘melanosomen’), vandaar dat de structuurtjes zo ongelijk over de veren verdeeld zitten.

Zomers warmen sneller op dan winters
LEES OOK

Zomers warmen sneller op dan winters

Als het klimaat verder opwarmt, zullen de zomers waarschijnlijk sneller opwarmen dan de winters. Dat blijkt uit onderzoek naar schelpen.

Briggs hoopt nu dat het op een dag mogelijk is te bepalen welke microfossielen welke kleuren vertegenwoordigen. Dan wordt het wellicht zelfs mogelijk om de kleur van de dinosaurussen te achterhalen – heel af en toe worden er immers stukjes gefossiliseerde huid gevonden.