Het genoom van de watermeloen is opgehelderd. Wetenschappers in China, Europa en de VS ontdekten onder meer dat het fruit gedurende vier millenia menselijke cultivering zijn weerstand tegen ziekten is kwijtgeraakt.

Het DNA van de watermeloen bestaat uit 23.440 genen, ongeveer net zoveel als de mens heeft. Die zijn verdeeld over 11 chromosomen. De geringe genetische variatie van de wereldwijd verbouwde watermeloenen vormt een obstakel bij de verbetering van het fruit door kruisen van verschillende soorten. De nu uitgevoerde analyse levert volgens de onderzoekers een schat aan informatie en hulpmiddelen om een forse stap naar betere watermeloenen te maken. Met de publicatie van het watermeloengenoom in Nature Genetics kunnen veredelaars aan de slag om sappigere en zoetere watermeloenen met weerstand tegen ziekten te ontwikkelen.

watermeloenen De onderzoekers vergeleken genetisch materiaal van een type watermeloen uit Azië en met dat van andere typen. Ze zagen zo hoe landbouwers in de loop der tijden de watermeloenen selecteerden op kleur, smaak en grootte. Op ziekteresistentie letten de landbouwers blijkbaar niet, dat kun je niet zien of proeven, en daardoor zijn in moderne watermeloenen genen die tegen ziekten beschermen niet actief. Dat kan nu hopelijk worden hersteld.

Tijd 'vertraagt' bij het zien van iets gedenkwaardigs
LEES OOK

Tijd 'vertraagt' bij het zien van iets gedenkwaardigs

Tijdens het kijken naar een opvallende afbeelding lijkt de tijd langzamer te gaan, ontdekten Amerikaanse hersenwetenschappers.

Oorspronkelijk komt de watermeloen uit Afrika, zo denkt men, en de Oude Egyptenaren verbouwden het fruit al. Watermeloenen waren een welkome bron van vocht in een droog en woestijnachtig klimaat. Nu worden er wereldwijd meer dan vierhonderd soorten verbouwd, van China tot in de VS. Naast veel vocht bevat een watermeloen ook voedingsstoffen zoals de vitaminen A en C en lycopeen, de stof die tomaten rood kleurt.

Op de Cucurbit Genomics Database zijn de genoomsequenties vrij beschikbaar. Daar staat ook informatie over de opheldering van het genoom van verwante gewassen zoals komkommer, meloen en pompoen.