Hoe komen wetenschappers tot dat ene inzicht dat het verloop van hun carrière bepaalt? Daarover vertellen ze in de rubriek Eureka, elk weekend in het AD, verzorgd door de redactie van New Scientist. Deze keer: Jeroen van der Waal (1974), hoogleraar sociologie bij de Erasmus Universiteit in Rotterdam.

´Als ik iets doe, dan bijt ik me er echt in vast. Dat is eigenlijk altijd zo geweest; nu als hoogleraar, maar ook toen ik in 1988 in de derde klas van de mavo begon met rebelleren. Ik werd er weggestuurd en ook op een andere mavo in Sliedrecht mislukte ik. Zo belandde ik net voor mijn zestiende verjaardag zonder diploma op de binnenvaart. We vervoerden chemicaliën naar Duitsland.

Ondanks dat ik niet meer op school zat, was ik wel een fervente lezer. Tom Clancy, Alister MacLean en meer van dat soort werk. Een heus eurekamoment beleefde ik toen door collega Jaap Aandewiel aan boord werd aangesproken omdat hij mijn leeshonger had opgemerkt.

Dromen dieren? En, zo ja, waarover dan?
LEES OOK

Dromen dieren? En, zo ja, waarover dan?

Kunnen dieren dromen? En zo ja, wat spookt er in hun slaap dan allemaal door hun ­bewustzijn?

Jeroen van der Waal

Zijn advies was dat ik ‘betere boeken’ moest gaan lezen -zeg maar: de echte literatuur. Hij tipte A.F.Th. van der Heijden. Wwe meerden op een woensdag aan, en ik liep rechtstreeks door naar de boekwinkel om zijn boek Advocaat van de Hanen te kopen.

Ik werd gegrepen op een manier die ik nooit eerder had meegemaakt. Heel veel woorden waren moeilijk, dus steeds pakte ik het woordenboek erbij. Het is geen lineair verhaal en daardoor werd ik uitgedaagd om mee te denken met de structuur van het boek.

Achteraf gezien was het voor het eerst in mijn leven dat ik bij het lezen van een boek de tekst analyseerde, en op de beweegredenen en dilemma’s van de personages reflecteerde. Mijn woordenschat nam zienderogen toe, en doordat ik de structuur beter doorgrondde ontdekte ik diepere lagen.

Met terugwerkende kracht zie ik dat echt als een kantelpunt in mijn leven. Een paar jaar later heb ik de binnenvaart verlaten, en via een studie algemene cultuurwetenschappen aan de Open Universiteit belandde ik in een deeltijdstudie sociologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.Bij diezelfde universiteit promoveerde ik Cum Laude.

En eigenlijk doe ik als onderzoeker nu hetzelfde als toen ik Van der Heijden ontdekte. Ik probeer te begrijpen hoe dingen in elkaar zitten, door vanuit verschillende perspectieven naar de sociale werkelijkheid kijken.’