Hoe komen wetenschappers tot dat ene inzicht dat het verloop van hun carrière bepaalt? Daarover vertellen ze in de rubriek Eureka, elk weekend in het AD, verzorgd door de redactie van New Scientist. Deze keer: Paul Smeets, hoogleraar Filantropie en Sustainable Finance aan de Universiteit van Amsterdam. 

‘Mijn vader was een ondernemer. Door hem raakte ik gefascineerd voor economie, omdat ik het leuk vond de bedrijfsvoering te observeren. 

Later, op de middelbare school in Kerkrade, was ik een van de weinige leerlingen die economie daadwerkelijk boeiend vond en daarom ben ik het gaan studeren.

Er is meer onderzoek nodig naar het effect van ruimtevaart op het brein
LEES OOK

Er is meer onderzoek nodig naar het effect van ruimtevaart op het brein

Om veilig te ruimtereizen, moeten we in beeld krijgen hoe een leven zonder aardse zwaartekracht de hersenen beïnvloedt, stelt Elisa Raffaella Ferrè.

Als hoogleraar Sustainable Finance onderzoek ik wat mensen motiveert om hun tijd en geld in te zetten voor het welzijn in de samenleving. Daarnaast onderzoek ik hoe we met dit geld de grootste mogelijke impact kunnen maken per gedoneerde euro.

Paul Smeets. Foto: Wim Smeets

Een groot moment van inzicht kreeg ik dankzij Thorsten Janik, een van mijn studenten die een onderzoeksvraag voor zijn scriptie moest formuleren. Hij stelde voor om een veel geciteerde Amerikaanse studie uit 2012, die stelde dat er verband was tussen hoge inkomens en onethisch of egoïstisch gedrag, hier in Nederland te reproduceren.

De belangrijkste conclusie van de Amerikaanse studie was dat rijke mensen zich asocialer gedragen in het verkeer, bijvoorbeeld vaker afsnijden en minder vaak voorrang geven aan voetgangers.

Met een vriend stak Thorsten in Maastricht een paar honderd keer de straat over, terwijl de ander aan het filmen was. Wat bleek, er was geen significant verschil in het gedrag van bestuurders van goedkope en dure auto’s. 

Zijn scriptie werd met een negen beoordeeld, wat mij motiveerde de hele Amerikaanse studie, in Berkeley, te repliceren samen met onderzoekers uit Rotterdam, Milaan en de VS.

Dat hebben we tussen 2018 en 2022 gedaan, en we volgden de exacte methode zoals onze vijf Amerikaanse collega’s dat in 2012 deden. Nadat alle gegevens waren ingevoerd drukte ik op de knop en op mijn beeldscherm verscheen een vlakke lijn, in tegenstelling tot de oplopende lijn uit de Amerikaanse studie: hoe duurder de auto, hoe meer overtredingen.

Wij daarentegen zagen geen verschil in het asociale gedrag van een Fiat- en Ferrari-bestuurder. Dit resultaat was buitengewoon spectaculair, juist omdat de Amerikaanse studie breed in de media was belicht.

We hebben zelfs contact gezocht met de wetenschappers van de originele studie, maar zij leken weinig geïnteresseerd. We zijn blij dat de resultaten zijn gepubliceerd in the Journal of Expirimental Psychology General.’