Nederland bereidt zich voor op een vergaande lockdown. Bijna alles gaat dicht, ook de scholen. Wat voor invloed heeft dit op schoolprestaties en op de maatschappij? Daarover gaat dit fragment uit het onlangs verschenen boekje CoronA tot Z, van New Scientist-hoofdredacteur Jim Jansen en cabaretier Dolf Jansen.

‘Als het leerlingen thuis niet lukt, moeten ze op school terechtkunnen’

Louise Elffers, lector kansrijke schoolloopbanen in een diverse stad aan de Hogeschool van Amsterdam: ‘Het was een zondagavond in maart en opeens hoorde heel Nederland dat alle scholen dichtgingen. Alle alarmbellen gingen af en er was grote zorg, met name over de kinderen die thuis niet de faciliteiten hebben om thuisonderwijs te volgen. Of minder goed kunnen worden ondersteund bij het leren. Het bleef heel lang bij zorgen, want er was nog geen empirie aan het begin van de pandemie om te toetsen of de zorg terecht was.

Eerder onderzoek had wel al uitgewezen dat de leerontwikkeling stagneert tijdens schoolvakanties, met name van leerlingen met laagopgeleide ouders. We weten dat een rustige plek in huis om te leren en ondersteuning van ouders van invloed zijn op schoolprestaties.

Kunnen ­gedachten de bron zijn van fysieke klachten?
LEES OOK

Kunnen ­gedachten de bron zijn van fysieke klachten?

Sebastiaan van de Water zocht uit hoe wetenschappers het nocebo-effect proberen te begrijpen en onder de duim proberen te houden.

Inmiddels zijn we meer dan een halfjaar verder en hebben we wel data. We zien dat er inderdaad sprake is van een learning loss in de periode dat de scholen dicht waren. Dat is eigenlijk best lullig voor al die ouders die zo hun best hebben gedaan met het thuisonderwijs. Gemiddelde kinderen hebben in die acht weken geen progressie gemaakt en ‘zorgleerlingen’ zijn verder achteropgeraakt. Voor mij is dit een bevestiging van het belang van scholen; daar leer je het meest effectief.

Nu in deze tweede – en straks wellicht in de derde – lockdown moeten scholen zo lang mogelijk openblijven. En als het echt niet fysiek kan, dan moeten alle leerlingen de faciliteiten hebben om het onderwijs digitaal te volgen. Als het thuis niet lukt, dan moeten ze op school terechtkunnen. De connectie tussen leerlingen en school moet koste wat het kost in stand blijven. Alleen dan houd je iedereen binnenboord.’

‘Tijdenlang zat ik triestig aan de eettafel’

Dolf Jansen: ‘Toen ik in de vierde van de lagere school zat – basisschool groep 6, ik spreek over de vroege jaren zeventig van de vorige eeuw – wist ik zeker dat ik leraar wilde worden. Ik had al een paar jaar een lieve (en goeie) juf gehad, nu had ik een leraar die iets strenger maar ook goed was. Hij had het woord en de aandacht, wij – nette kinderen uit de Watergraafsmeer in Amsterdam – deden wat hij zei; iedereen blij.

Eerder dit jaar maakte ik het onderwijs wekenlang van een andere kant maar zeker zo dichtbij mee: mijn vrouw geeft les aan groep 5 en 6 twee dorpen verderop, en wierp zich dus via een 24-inch-scherm op het onderwijzen via het wereldwijde web. Omdat dit plaatsgreep op een plek die ooit in dit huis bedacht is als mijn werkplek, kreeg ik er veel van mee: de opdrachten, de gesprekjes, het echte leren en de middag met een spelletje hier en een persoonlijk gesprek daar. Mijn rol was: thee brengen, even meeluisteren en verder vooral mijn smoeltje houden.

Ja, het was een heel zware tijd. Ook al omdat mijn werkplek is where the magic happens, en nu zat ik tijdenlang triestig aan de eettafel. Maar al die kinderen erbij houden, daarboven, het lukte. En ik wist dat ik ooit de juiste keus heb gemaakt om geen leraar te worden.’

Dit fragment komt uit CoronA tot Z, 26 wetenschappers over COVID-19 en 26 columns van Dolf Jansen over ongeveer hetzelfde. Bestel dit boek voor 7,99 euro in onze webshop.