Tempe, Arizona (VS) – Het laatste overgebleven 'bewijs' dat de in 1996 geanalyseerde Marsmeteoriet sporen van leven bevatte, is omvergeworpen.


“Mars vertoont tekenen van leven!” Dit spectaculaire bericht van de NASA zette in 1996 de wetenschappelijke wereld op zijn kop. NASA-onderzoekers hadden in een meteoriet die afkomstig was van Mars, sporen van fossiele bacteriën aangetroffen. Gedurende vijf jaar brachten onderzoek en debat echter de ene twijfel na de andere naar boven. Niet-biologische processen en aardse vervuiling bleken een goede verklaring voor de bacterievormige structuren en de organische stoffen in de meteoriet.

Microscopische structuren in de meteoriet doen precies aan bacteriën denken.



Eén bewijs voor de aanwezigheid van bacteriën bleef echter totnogtoe overeind: microscopisch kleine kristallen van het mineraal magnetiet. Volgens de NASA-wetenschappers vertonen deze kristallen alle kenmerken van bacterieel geproduceerde mineralen. Ze zijn bovendien zo perfect van structuur en chemisch zuiver, dat alleen de aanwezigheid van bacteriën hier een verklaring voor zou vormen. Prof dr Peter Buseck en zijn collega's van Arizona State University (ASU) publiceerden echter onlangs een artikel dat ook dit laatste bewijs omverwerpt.
De magnetietkristallen in de meteoriet zijn niet groter dan 40 tot 100 miljardste meter. De technologie om nauwkeurig de driedimensionale structuur van dergelijke minuscule kristallen te onderzoeken, is slechts een paar jaar oud. De NASA-onderzoekers gebruikten een zogenaamde transmissie-elektronenmicroscoop (TEM), die alleen tweedimensionale plaatjes maakt. Ze draaiden het preparaat met de hand zodat ze het onder verschillende hoeken konden bekijken. Die technologie is niet alleen erg arbeidsintensief, maar ook onnauwkeurig.
De onderzoekers van ASU analyseerden de meteoriet opnieuw, waarbij ze de TEM koppelden aan geavanceerde computertechnologie. Daardoor konden ze veel meer en veel nauwkeuriger plaatjes maken. “Wij vonden op die manier een heel andere kristalvorm dan die waar de NASA mee kwam”, aldus dr Martha McCartney, een van de co-auteurs. “Deze vorm lijkt veel minder sterk op bacteriële kristallen.” Ook toonden de nieuwe analyses aan dat bacteriële kristallen veel meer variatie vertonen dan voorheen werd gedacht. Het team wil de kristallen nog verder onderzoeken om bacteriële oorsprong met absolute zekerheid uit te sluiten.

Nienke Beintema