Utrecht (NL ) – Bedrijfsleven, overheid en onderwijsorganisaties slaan de handen ineen om de instroom van studenten voor technische studies te bevorderen.


Vijf grote ondernemingen (Akzo Nobel, DSM, Philips, Shell en Unilever) hebben samen met de ministeries van OCenW en Economische Zaken en een groot aantal andere organisaties een overeenkomst getekend voor het project Jet-Net (Jongeren en Technologie Netwerk Nederland). Het project gaat op 1 januari 2003 van start en zal vijf jaar duren.
Het doel van Jet-Net is middelbare scholieren voor technologie te interesseren, zodat de instroom van studenten naar technische studies toeneemt. Dat is nodig omdat het aantal jongeren dat kiest voor een technische opleiding steeds verder terugloopt. Dat blijkt onder meer uit cijfers van Stichting Axis (in 1998 opgerichte intermediaire organisatie met als doel meer jongeren te interesseren in bètatechnische opleidingen en beroepen). Zo is op havo- en vwo-scholen het aantal scholieren dat kiest voor het (huidige) profiel Natuurwetenschap en Techniek gehalveerd ten opzichte van de oude situatie (voor invoering van de profielen) begin jaren negentig. Weliswaar is sprake van groei in het profiel Natuurwetenschap en Gezondheid, maar deze leerlingen kiezen over het algemeen te weinig voor een bètatechnische vervolgstudie. Bovendien is het aantal studenten dat kiest voor een technische hbo- of wo-opleiding sinds 1990 (relatief) gedaald.
“Voor hoogwaardige technologische bedrijven als Philips en de andere deelnemers in Jet-Net, en voor de kenniseconomie is voldoende instroom van techniekstudenten essentieel. Zij zijn de basis voor nieuwe ontwikkelingen en toepassingen”, vertelt G. Kleisterlee, president en 'chief executive officer' van Koninklijke Philips Electronics N.V. “Het aantal studenten voor technische studies gaat al jaren omlaag en in het voortgezet onderwijs blijkt dat de aantrekkingskracht van technische studies en beroepen afneemt. Jet-Net is een samenwerkingsverband dat initiatieven stimuleert om technologie aantrekkelijker te maken. De initiatieven zijn praktijkgericht en sluiten aan op de belevingswereld van jonge mensen, de toekomstige innovators. Docenten en decanen zijn een belangrijke schakel. Jet-Net richt zich ook op hen.'
De vijf betrokken bedrijven denken op de behoefte van scholen (docenten én scholieren) te kunnen inspelen met bijvoorbeeld gastlessen, bedrijfsbezoeken, het bieden van praktijkervaring aan docenten en beroepsoriëntatie voor leerlingen.
Jet-Net is een langdurige, meerjarige samenwerking tussen ondernemingen, scholen, intermediaire organisaties en overheid. Naast de vijf bedrijven, het ministerie van OCenW en het ministerie van Economische Zaken nemen ook de onderwijsorganisaties NVON en VVO, alsmede de Stichting Axis, Stichting Weten, en de ondernemingsorganisaties VNO-NCW, FME-CWM, VNCI en C3 deel aan Jet-Net.

Bron: Kennislink