Windsor (CAN) – Zalmen die in gevangschap opgroeien, leggen kleinere eitjes dan hun vrije soortgenoten.


Wilde vis vangen, kweken en weer uitzetten om de natuurlijke populatie in stand te houden, het lijkt een goede oplossing. Maar Canadese wetenschappers beschrijven in Science dat het ook nadelen kan hebben en zelfs de evolutie kan beïnvloeden.
Evolutie selecteert eigenschappen die de meeste overlevingskansen geven. Eierleggende dieren moeten daarbij een keuze maken: leg ik veel eieren of leg ik grote eieren omdat grotere nakomelingen meer kans hebben te overleven? Welke keuze het voordeligst is, hangt af van de omstandigheden.
Zalmen die in gevangschap opgroeien, blijken kleinere eitjes te gaan leggen. In vier jaar tijd neemt het gewicht met een kwart af en theoretische berekeningen voorspellen een nog verdere afname.
Dat komt waarschijnlijk doordat in de kwekerij de vissen geen vijanden of voedseltekort hebben. In het wild overleven kleine visjes niet en hebben grotere nakomelingen evolutionair voordeel. Maar in de kwekerij is dat niet nodig en hebben vissen baat bij veel klein kuit.

Zalmeitjes van een zalmkweker. De zwarte puntjes zijn vissenogen in wording.

De gevolgen daarvan zijn echter enorm. Als de gevangen vissen weer in het wild zwemmen krijgen hun nakomelingen ook nog kleinere eitjes. Daarmee daalt de overlevingskans van kleinkinderen van de kwekerijvissen flink.
In twee Canadese rivieren treedt dit effect inderdaad al op. De zalmpopulaties in beide rivieren worden voor tientallen procenten aangevuld met gekweekte zalm. In twintig jaar tijd liep het volume van kuit in deze rivieren erg sterk terug. In twee andere rivieren, waar maar weinig teruggezette zalmen zwemmen, is het kuit echter nog even groot.
Meer over zalm in het maartnummer van Natuurwetenschap & Techniek wetenschapsmagazine.

Frouke Pieters