Utrecht (NL) – Koeien met een opgevoerde melkproductie zijn niet vatbaarder voor ziekten dan normale koeien.


Een 'opgevoerde witte motor' kan best tegen een stootje. De Utrechtse promovenda Esther Kornalijnslijper ontdekte dat koeien met een hoge melkproductie dezelfde afweerreactie hebben bij uierontsteking als koeien die weinig melk geven.
Uierontsteking komt bij koeien regelmatig voor. Soms is in één bedrijf wel de helft van de koeien ziek. Bij uierontsteking krijgt de koe koorts en geeft zij slechte melk. Meestal behandelen veeartsen de zieke koeien met antibiotica en schrijven extra melken voor.
De promovenda besmette 36 melkkoeien met E.coli, de bacterie die uierontsteking veroorzaakt. Zij spoot een bacterieoplossing met slechts dertig bacteriën via een slotgat, het gat waaruit de melk komt, in een van de vier spenen. Hierdoor kregen de koeien een ontsteking aan één deel van de uier. Om het ziekteproces te volgen, nam Kornalijnslijper elke drie uur een melkmonster. Zij telde hierin het aantal bacteriën door een aantal verdunningen te maken en deze op te kweken op agarplaten.
Hoewel blijkt dat er met de afweer tegen E. coli niets mis is, zeggen deze resultaten niets over de kans op infectie in de praktijk. Kornalijnslijper: “Tijdens dit onderzoek is dus vooral gekeken naar de afweer tegen de bacteriën als ze het slotgat al voorbij zijn. Normaal gesproken zit dit slotgat dicht, behalve tijdens en korte tijd na het melken. Wetenschappers denken dat bij koeien die veel melk geven het slotgat langer openstaat na het melken. Ook zien we bij hoogproductieve koeien vaker dat ze al melk lekken voordat ze weer gemolken worden. Dan staat het slotgat natuurlijk ook open.”

Mariëtte Bliekendaal