Leuven (B) – Het uitschakelen van een stollingseiwit vormt mogelijk de eerste veilige geneeswijze voor trombose.


Peter Carmeliet en zijn team van het VIB Departement Transgene Technologie en Gentherapie aan de KU Leuven doen al jaren onderzoek naar het ontstaan van de hart- en vaatziekten. Zij ontdekten dat GAS6, een eiwit betrokken bij het samenklonteren van bloedplaatjes, een belangrijke rol kan spelen in het voorkomen van trombose.
Als de bloedstolling niet goed werkt, kan trombose optreden. Dan ontstaat een bloedstolsel zonder dat er een wond is. Dit stolsel zet zich vast aan de vaatwand, wat de bloedstroom belemmert en de wand kan beschadigen. Soms vormen genetische fouten belangrijke risicofactoren, zoals het ontbreken of slecht functioneren van een eiwit. Er bestaan veel geneesmiddelen die bloedstolling belemmeren, maar er kunnen als bijwerking gevaarlijke bloedingen ontstaan.
Door het GAS6-eiwit in muizen uit te schakelen, verloopt de samenklontering niet meer zoals het hoort en ontstaan ook geen fatale bloedklonters. De muizen zonder functionerend eiwit blijken beschermd tegen een fatale trombose. Ook stoffen die het eiwit uitschakelen (zoals bijvoorbeeld neutraliserende antistoffen) beschermen de muizen tegen fatale trombose. Bovendien lijkt GAS6 de normale bloedstolling niet te beïnvloeden. De muizen zonder dit functionerende stollingseiwit vertonen geen spontane bloedingen.
GAS6 hoort bij een nieuwe reeks innovatieve geneesmiddelen. Deze geneesmiddelen spelen geen rol in de normale lichaamsprocessen en lijken alleen betrokken bij een bepaalde ziekte. Door zo'n eiwit uit te schakelen verstoor je dus geen normale processen. Daarom verwachten de onderzoekers weinig tot geen bijwerkingen.

Jocelyn Berdowski